Biekorf. Jaargang 96
(1996)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 311]
| |
Jubileumviering bij de zusters apostolinnen in BruggeDe Zusters Apostolinnen, van een kloosterorde in 1680 in Antwerpen gesticht, kwamen zich in 1717 in Brugge vestigen en openden er een beroepsschool voor meisjes, vooral gericht op het aanleren van het kantklossen. Ze woonden eerst in de Ganzestraat. In 1783 namen ze het klooster over van de afgeschafte Theresianen in de Ezelstraat.
Na de Franse Revolutie verstrekten ze opnieuw onderwijs, eerst in de Pottenmakersstraat en vanaf 1804 in een bijgebouw van het afgeschafte Carmelietenklooster in de Ezelstraat. In 1835 namen ze hun intrek in het hotel Adornes in de Jeruzalemstraat en Balstraat, waar ze tot vóór enkele jaren een kantschool en een lagere school voor meisjes hielden en waar ze nog altijd een bejaardenhome besturenGa naar voetnoot(1).
Het was derhalve een school die veel gelijkenis vertoonde met en zich over het lot ontfermde van dezelfde meisjes uit de arme bevolkingsklasse als de gemeentelijke Sint-Elisabethschool.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de voornaamste en meest actieve voogd of ‘gouverneur’ van deze school, de dichter-edelman Charles Van der Beke de Cringen (1749-1840), met de Zusters Apostolinnen contacten hadGa naar voetnoot(2). Rijk en mild als hij was, behoorde hij waarschijnlijk tot hun weldoeners. En als er een feestje moest gebouwd worden, was hij de aangewezen persoon om voor hun een feestlied op te stellen.
Het hiernavolgend gedicht is niet gedateerd. Het kan uit eender welk jaar zijn van de lange periode - 1775 tot 1840 - tijdens dewelke Van der Beke dichterlijk actief was.
Het lied was blijkens de tekst niet bedoeld om door de zusters, maar wel vóór de zusters te worden gezongen. Door wie? Door Van der Beke zelf? Alleszins niet door de leer- | |
[pagina 312]
| |
lingen van de school, want daarvoor was de tekst wel wat te familiair, zelfs te vrijpostig.
Het ging immers niet alleen overdadig over ‘leute, leute, leute’, over ‘tierelieren’ en ‘tappen van het beste’, maar Moeder-jubilaris kreeg aardig wat vegen uit de pan. Over haar activiteiten schreef de dichter dat men er ‘meer kaf als kooren’ bij vond, suggereerde hij dat men bij het opsommen van haar deugden wel durfde te overdrijven (ook al mocht dat wel eens) en meende hij dat ze volgens haar medezusters overzuinig (‘wat nauw en dicht’) was. Hiervoor had ze evenwel volgens Van der Beke een goede reden: ze spaarde al voor haar volle d.w.z. gouden jubileum!
In ieder geval, als we de toonaard waarin dit lied werd geschreven als maatstaf mogen nemen, dan ging het er op feestjes bij de Zusters Apostolinnen bijzonder vrolijk en ongedwongen aan toe. A. Van den Abeele | |
Bij een jubileum van een Moeder Overste van de Zusters Apostolinnen1.
Zusters van d'Apostelinnen
't is vandaeg een grooten dag:
peyst al 't geen gij kont verzinnen,
op dat men dien vieren mag:
't Is eenen dag van jubilé!
De leute, leute, leute gaet mee.
2.
Om den jubel wel te vieren
van de Moeder van dit huys,
laet ons 't zaemen tierelieren
met een aengenaem gedruisch,
't is haeren dag van jubilé!
De leute, leute, leute gaet mee.
3.
Als wij al de daeden hooren
van onz'weerde jubel-maegd,
men vind daer meer kaf als kooren
't zij 't haer spijt of welbehaegd,
op haeren dag van jubilé!
De leute, leute, leute gaet mee.
4.
In haer' deugden op te haelen
schiet men zoomtijds wejnig mis:
| |
[pagina 313]
| |
loopt men wat voorby de paelen,Ga naar voetnoot(1)
dit ook al geoorloft is
op eenen dag van jubilé!
De leute, leute, leute gaet mee.
5.
Moeder, laet uw kinders klappen
en gaet gy maer altyd voort:
wilt gij hun van 't beste tappen
daerop zijn zij all' d'accoord.
't Is uwen dag van jubilé!
De leute, leute, leute gaet mee.
6.
Als uw kinders ons vertoogenGa naar voetnoot(2)
dat gy zyt wat nauw en digtGa naar voetnoot(3)
't is, dat zij niet wel beoogen
waer den hond gebonden ligt:
't is voor uw vollen jubilé!
De leute, leute, leute gaet mee.
7.
Moeder, wilt nog lange leven,
tot de vreugd van allegaer
en, wilt dikwijls feestjens geven
aen uw lieve Maegden-schaer,
geeft alle jaer' een jubilé!
De leute, leute, leute gaet mee.
|
|