Biekorf. Jaargang 96
(1996)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermdVrauweclap te Blankenberge 1568Een heel vrolijke titel waar de tekst echter teruggaat op de periode van repressie onder Alva, en aan college van burgemeester en schepenen es gherapporteert bij broeder Martin, vicaris van(den) cloostere vanden graeubroed(e)rs alhier, dat Uwe E(erweedigheijt) - het gaat om een brief uitgaande van Brugge aan broeder Wouter, Augustijn, pastoor van Blankenberge - zoude onlancx eene p(er)sone, won(en)de binnen des(er) stede [van Brugge] hebben hoor(en) spreken zekere schandeleuse woord(en), tot groote blammatie en(de) oneere v(ander) heleghe moed(er) Ch(ris)ti Maria. Martin Lem als burgmeester vanden corpse ende schepenen dezelve woord(en) hebben ghedocht zo enorme e(nde) detestable dat dit niet lidelick en zij sond(er) behoorlijk ond(er)souck ende correctieGa naar voetnoot(1). Zo hebben wij u willen bidden dat u believen zoude in faveure van justitie ons, bij(den) brijngher des(er), dewelcke wij tot dien hende expresselick aen u gheschickt hebben, te adverterene al int langhe ende met goed bescheden wes u, van dies voors(eijt) es, kenlickzij, denom(merende) persone, plaetse, stondt e(nde) andere personen, die dat zoud(en) mueghen ghehoort hebben. Daermede ghij ons doen zult vrienschap, (ende) iustitie voord(eren); eerweerdeghe heere, hiermede zijt Gode bevolen. Uut Brugghe, den XVn dach van maerte XVcLXVII. (Secr. Resol. 1465-69, fol. 103-104) Het antwoord in deze zo beroerde tijd - op 5 maart, vastenavond, waren onverwacht honderden ‘geuzen’ opgepakt, niet alleen in het Westkwartier, doch over de gehele Nederlanden - is voorspelbaar voor een pastor: Eerweerdeghen Heeren Ic hebbe overlanck naer dese zake v(er)nom(en), maer ic vindet maer eene vrauweclap te zijne; want nijemant en willet ghetuugh(en) dattet zo es. Tes al van hoor(en) segghen ende de eerste clappeije en can ic niet vijnd(en). Maer ic sald(er) noch bet naer v(er)nemen. Hiermede bevelick Ulieden, Mijnheeren, inde(n) sond(er)lijn(ghe) vriend God den Heere. Bij mij, Ulieder dienaere. Broed(er) Wouter, pastoor onweerdich A. Dewitte |
|