Biekorf. Jaargang 96
(1996)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
Een particuliere uitleenbibliotheek in Brugge op het einde van de 18de eeuwTijdens de tweede helft van de 18de eeuw ontwikkelden zich in Brugge tal van nieuwe initiatieven op het vlak van de distributie en de consumptie van boeken. Veilingen werden vergezeld van een gedrukte veilingscatalogus, boekdrukkers en -verkopers maakten hun nieuwe aanwinsten en hun oud fonds bekend via periodieke, gedrukte fondslijsten en in leesgezelschappen werden nieuwe boeken besproken en bibliotheken (met periodieken) aan de leden ter beschikking gesteld. Tot de laatste categorie behoort het leeskabinet van Joseph Bogaert (1752-1820), die zich ten laatste in 1783 definitief in Brugge vestigde en deel uitmaakte van de smaakmakers van het Brugse boekbedrijf op het einde van de 18de eeuwGa naar voetnoot(1). Zo richtte hij in mei 1788 in zijn drukkerij-boekhandel een Cabinet littéraire inGa naar voetnoot(2). Toen Joseph Bogaert in 1795 met zijn atelier van de Markt naar de Kuipersstraat trok, verhuisde ook het Leeskabinet meeGa naar voetnoot(3). In die periode is er zelfs sprake van een kleine uitleenbibliotheek die, wellicht in samenhang met het kabinet, door Bogaert werd ingericht. Dit kunnen we afleiden uit een kleine gedrukte catalogus die onlangs door de stadsbibliotheek werd verworvenGa naar voetnoot(4). Hij draagt als titel: LIVRES / Que l'on donne en lecture / chez J. Bogaert et FILS / Imprimeurs-Libraires, rue / des Tonneliers, No 16, à / Bruges / Soit par mois, soit par trimes- / tre ou par annéeGa naar voetnoot(5). Het catalogusje (8 p.) bevat de beknopte titelgegevens van 103 boeken. Ze werden blijkens de titel, in lezing gegeven voor één maand, één trimester of zelfs voor een volledig jaar; dit wijst er ons inziens op dat het hier om een uitleenbibliotheek gaat. | |
[pagina 140]
| |
Het aanbod was ééntalig Frans en sloot volledig aan op de Franse cultuursfeer. Uitzondering was het werk van Engelse auteurs, weliswaar in Franse vertaling, zoals de roman Amélie van Henry Fielding (+1754) en Le Mariage Platonique vertaald door la Baronne de Vasse (Cornélie Wouters). De uitgesproken Franse en Franstalige gerichtheid weerhield Bogaert er niet van toch een rijk gevarieerde collectie ter beschikking te stellen die wellicht een algemeen geletterd publiek kon aanspreken. De romans van die tijd zoals Le comte de Valmont (nr. 62), Liaisons dangereuses (nr. 39) en Restif de la Bretonnes populaire Le paysan perverti en La paysanne pervertie (nrs. 47-48), vanaf 1787 samen uitgegeven als Les dangers de la ville, waren manifest aanwezig. Daarnaast was er heel wat theater (Jean Racine, Philippe Poisson, Florent C. Dancourt, Voltaire) en in heel bescheiden mate poëzie van Antoinette Deshoulières (nr. 82). Ook hier ontbraken de veelgevraagde landenbeschrijvingen en militaire geschiedenissen niet, gaande van Voyage dans l'intérieur de l'Afrique, Vues pittoresques de la Jamaique tot Mémoires militaires sur la campagne de l'armée Belgique. De moderne wetenschap (Buffon) en de literaire, politieke en filosofische werken van de Franse philosophes waren daarentegen slechts in de marge aanwezig. Dit is niet verwonderlijk gezien het brede opzet van deze bibliotheek. Daaruit mag dan niet worden afgeleid dat de ideeën van de Verlichting niet in Brugge doordrongen. Het onderzoek van privé-bibliotheken uit die tijd heeft intussen afdoende aangetoond dat dit wel het geval wasGa naar voetnoot(6). De bescheiden uitleenbibliotheek van Joseph Bogaert en zoon vormde aldus een bijdrage tot de verspreiding van het Franse cultuurgoed in de stad, wellicht kort na de installatie van de Franse republikeinen in onze gewesten (1794-1795). Bogaert verstond zich wonderwel met het nieuwe regime dat weldra zijn voornaamste broodheer werd. Of hij dit alles vol overgave deed is een andere vraag. Joseph Bogaert blijft immers voor alles bekend als een onverdroten ijveraar voor de volkstaalGa naar voetnoot(7). L. Vandamme |
|