Confrerie van de vrijwillige slaven in Ieper
Uit het Zuiden, waar ook de broederschappen tot vrijkoping van de kristenslaven bij de Turken, afkomstig zijn, kwamen in het begin van de 17de eeuw bij ons genootschappen over tot vrijwillige slavernij voor Onze-Lieve-Vrouw.
De aartshertogen Albrecht en Isabella waren deze stichtingen, die uit Spanje kwamen, zeer genegen en steunden ze. Zo werd er al in 1636 te Brugge een broederschap ingesteld tot gewillige slavernij. Het waren de paters minderbroeders die daarvan in onze streken de grote propagandisten waren.
In Ieper werd in 1654 door toedoen van de minderbroeders, die ook in deze stad een klooster hadden, in de Sint-Pieterskerk zulk genootschap opgericht. Het was een aartsbroederschap (Hs. Ramaut, Stadsbibl. Ieper).
Een aartsbroederschap veronderstelt broederschappen die ervan afhangen. Ons zijn echter geen broederschappen van de vrijwillige slavernij tot O.L. Vrouw in de streek van Ieper bekend. Veel zulke broederschappen waren er in onze streken eigenlijk niet te vinden. Tot hiertoe kennen wij maar één geval in een buitengemeente, nl. te Aartrijke (1669).
A.B.