Biekorf. Jaargang 94

Passiekruisweg op de vesten te Ieper

In sommige steden (Veurne, Brugge,...) is het nu nog de gewoonte met de vasten een kruisweg te gaan buiten de kerk, maar binnen de stadsgrenzen.

Dit gebeurde in Ieper eertijds eveneens. Ramaut in zijn kroniek geeft hieromtrent de volgende tekst:

anno 1637 was het binnen ypre alsnog de costuijme ofte een oude gewoonte dat men ten tyde van den vasten, de statien was doende rondtom de vesten der stadt, soo het nog blijckt aen eenige oude statien, waer van nog eenige lijckteekens konnen gesien worden, te weten eene die nog staet boven de deure van het bollewerk of magazyn recht voor de wasscherie van de predickheeren, een ander tegen de meur der jesuieten in het begin van het straetje, en nog een ander aen de noordtkant van de boterpoorte, in den achtergevel onder de soldervenster van den hoogbailliu.

Ramaut schreef deze tekst in 1768. Vermoedelijk refereert hij naar de kruisweg die nog gegaan werd in 1637 en beschrijft hij de overgebleven kruiswegstaties zoals hij ze wist staan in 1768. Het is niet bekend uit hoeveel staties deze kruisweg bestond. Te dien tijde waren er ook kruiswegen met 18 staties en meer.

L.V.A.

[p. 110]

Roten van kemp en vlas in de Leie 1810-1814

Bij besluit van de prefect van het Leiedepartement van 16 maart 1810 werd het roten van vlas en kemp in de Leie geregeld.

Er werd toelating verleend om het hele jaar door vlas en kemp te roten in de Leie, maar niet in de periode tussen 1 juli en 15 augustus. Bij zeer overvloedige regens, als er veel water in de rivier stond, kon de toegelaten termijn verlengd worden. In geval van aanhoudend droog weer moesten de rootbakken langer uit de Leie wegblijven.

De bakken met de rote werden ballons geheten. Deze moesten tegen de oever in de rivier worden geplaatst op zulke wijze dat nog twee schepen in de Leie ongehinderd konden passeren.

Deze maatregel werd toegestaan in uitvoering van een besluit van de minister van Binnenlandse Zaken (Recueil des Arrêtés, 1810, blz. 37-39).

In 1814 werden deze maatregelen opnieuw uitgevaardigd en nader besproken (Recueil des Arrêtés, 1814, blz. 163-164) wat erop wijst dat de bepalingen uit 1810 nog al eens overtreden werden. De onderprefecten van Ieper en Kortrijk werden er in 1814 speciaal mede belast toezicht te houden op het leieroten.

Roten in de Leie zou later nog meer dan eens gereglementeerd en nader omschreven worden, maar deze tussenkomsten van overheidswege zijn wellicht de eerste maatregelen die Napoleon nam om in deze materie op te treden en dus de vlasindustrie te steunen.

A.B.