De dood van Ieper
De grondige verwoesting van de stad Ieper in de eerste wereldoorlog heeft meer dan één publikatie tot gevolg gehad. De meest bekende is zeker het boek van Caesar Gezelle (1876-1939), de neef van Guido Gezelle. In die jaren was C. Gezelle onderpastoor te Ieper en in 1916 gaf hij te Amsterdam zijn Dood van Yper uit. Het werd een indrukwekkend verhaal dat op een suggestieve wijze het relaas weergaf van de ondergang van deze grote, fiere middeleeuwse stad.
Sindsdien is de uitdrukking ‘de dood van Ieper’ onafscheidelijk verbonden met de naam van de auteur Caesar Gezelle en met de stad Ieper in 1914-18.
Bij een opstel over spreekwoorden eindigde C.P. Serrure in Vaderlandsch Museum (jaargang 1, 1855, blz. 251) zijn uiteenzetting met de volgende zin, die, naar wij menen, tot hiertoe onopgemerkt is gebleven, nl.: ‘Over andere spreekwoorden, die te Antwerpen in gebruik zijn: Zoo bleek als de dood van Yperen, of Hy ziet er uit gelijk de dood van Yperen, handel ik wel eens nader’.
Serrure heeft evenwel deze oude uitdrukking over Ieper nooit meer behandeld en wij blijven dus over met een vraag. Kende Caesar Gezelle deze spreuk en heeft hij de titel van zijn boek daaraan ontleend? Of is de keuze van zijn titel louter toeval? En kan er iemand ons uitleggen wat die oude spreuk, die in de vorige eeuw nog in Antwerpen mondsgemeen zou geweest zijn, wel mag betekenen?
In alle geval is de uitdrukking, met of zonder C. Gezelle, heel wat ouder dan 1914-18. Ze kan dateren uit de tijd dat de stad Ieper, na haar middeleeuwse bloei, in de 16de eeuw bij het teloorgaan van de lakenindustrie, toen Antwerpen daarentegen een periode van bloei en welstand kende, werkelijk ten dode opgeschreven was.
L.V.A.