Drooggelegde moerassen in Knokke
Op 15 fructidor VII (2 september 1799) zond het bestuur van het canton Westkapelle een opgave naar Brugge van de fabrieken in dit kanton. Buiten een paar graanwindmolens moesten geen fabrieken genoteerd worden (Rijksarch. Brugge, Fr. Arch., nr. 1066).
Men nam echter de gelegenheid te baat om mede te delen dat er in Knokke, dat ressorteerde onder dit kanton, nog moerassige gronden waren die drooggelegd konden worden. Volgens deze opgave hadden in 1784 en 1787 Lippens, Dhondt, De Block en le cidevant duc de Croy twee moerassen drooggelegd nommé hazegras et soutte schorre. De uitgaven voor die droogleggingen beliepen tot 170.000 frs. Het werk was volledig geslaagd. Deze onderneming nourrit 100 familles d'ouvriers. In het kanton waren er nog 400 mesures marécageux droog te leggen en te saneren.
In latere tijden zijn deze moerassige landerijen vermoedelijk ook drooggetrokken en vruchtbare polders geworden. Alleen het Zwin is gebleven wat het was en toont ons hoe een heel deel van deze streek er vroeger uitzag.
A.B.