De ieftemannekens
In 1987 berichtte J. Pollet aan Biekorf (blz. 319) dat er in de jaren 1600 in de processies en stoeten te Zedelgem een groep ieftemannekes uit Ruddervoorde mee opstapten. Dit waren een groep ludieke Ruddervoordenaren die zich getooid hadden met iefte (klimop) en na hun optreden op kosten der prochie milddadig getracteerd werden.
Men kon denken dat de ieftemannekes uit Ruddervoorde een kurieus en alleenstaand geval waren. Deze mannekes zijn nochtans niet zo zeldzaam. Er waren in de streek nog ieftemannekes aktief!
Zo waren er ook hiftemannekens aan het werk in Marialoop, een gehucht van Meulebeke. Wij veroorloven het ons een korte nota over de Maarloopse mannekes letterlijk over te nemen uit een bron waar men allerminst aan zou denken (h)ieftemannekes te ontmoeten, nl. het Aviboblad, het officieel orgaan van de koninklijke vinkeniersbond in onze gouw (Kuurne, jg. 1992, nr. van 21 oktober 1992, van de hand van E. De Vaere uit Tielt):
‘Hiftemannekens. Een speciale attractie, uniek in de volksgewoonten waren de hiftemannekens van Marialoop kapelle. De bedevaarten (pelgrimagien) hadden plaats gans het jaar door, maar vooral gedurende de ommegangsdagen (de 8 dagen na het feest van OLV bezoeking). Het moet een verrukkelijk en pittoresk schouwspel geweest zijn, vooral gedurende het oktaaf, de praalwagen te zien aankomen met de hiftemannekens. Hiftemannekens waren kinderen, getooid en omwonden met hifte, d.i. klimopranken. Deze kinderen stoeiden en dansten rond deze wagens die de bedevaarders vergezelden of waarmede de pelgrims aangevoerd werden. Naar de oorsprong van dit gebruik heeft men het raden. Naar het zeggen van resterende, schaarse, mondelinge bronnen zouden er op het einde van vorige eeuw nog hiftemannekens gezien zijn’. Einde citaat.
Iefte groeit in het wilde langs muren en bomen in bosrijke streken, lijk Ruddervoorde en Marialoop. Iefte blijft altijd groen en was de staf van Bacchus niet met iefte begroeid? Ook is iefte nog bekend als versiering bij een krans van eeuwig groen rond het hoofd van laureaten en feestelingen. Wij laten het aan de kenners van onze oude schilderkunst over om na te gaan of Eva, toen ze verjaagd werd uit het aards paradijs, een iefteblad nodig had om zich te bedekken, liever dan een uitheems vijgen- of druivenblad. Wie weet of onze Westvlaamse ieftemannekens niet ergens deze symboliek als verre voorbeelden hebben genomen!
L.V.A.