Biekorf. Jaargang 92
(1992)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |
De bibliotheek van het Brugse Jezuïetencollege in 1778Het Brugse JezuïetencollegeGa naar voetnoot(1) dat bij afschaffing in 1773 een jaarlijks inkomen bezat van 11.741 florijn, werd na een overgangsperiode op 9 februari 1789 definitief geconfisceerdGa naar voetnoot(3). Het boekenbezit was reeds op 7 sept. 1778 verkocht geworden in situ, onderdeel van een reeks veilingen te Ieper (7 mei), Kortrijk (18 mei), Gent (25 mei), Luxemburg (9 jun.), Aalst (22 jun.), Doornik (3 aug.), Brugge, Brussel (5 okt.) en tenslotte Leuven (aanv. november). Alle bibliotheken samen, geschat op 400. à 500.000 volumes, werden ofwel aan de Koninklijke Bibliotheek of de Kon. colleges geschonkenGa naar voetnoot(4), het restant à 110.000 gulden geveild.
Het Brugse college was van start gegaan in 1574Ga naar voetnoot(5). De te veilen titels, zowat 6.000, werden in een Catalogue de Livres des bibliothèques des ci-devant Jésuites du collège de Bruges, J.B. Jorez, Brussel (1778), opgenomen op de blzn. 1-180. De blzn. 181-207 bevatten de Catalogue du collège des ci-devant Jesuites Anglois à Bruges: Jezuïeten die uit St.-Omer en Watten vanaf 1762 te Brugge een eigen school hadden tot 1773 in De Zeven Torens. | |
[pagina 101]
| |
De lijst van de Engelse Jezuïeten beslaat 825 titelsGa naar voetnoot(6); deze van de Brugse gemeenschap bevatte een doorlopende nummering per rubriek: TheologieGa naar voetnoot(7) 2469, in-fol, in-4o, in 8o; Jurisprudentie 638; Sciences et Arts 777; Histoire 1439; Literatuur 668 nrs. Bij de Engelsen: Theologie 381; Jurisprudentie 6; Sciences et Arts 48; Geschiedenis 257; Literatuur 133 nrs.
Theologie en Geschiedenis leveren dus telkens het hoogste getal. Antwerpen en Lyon zijn de grootste productiecentra ook hier, doch Brussel, Luik, naast Gent, Brugge, Ieper, St.-Omer, Douai, Arras komen in belangrijke mate, hoewel met klein devotiewerk, voor. Een bijzonder belangwekkende manier om van hieruit de productie of onze kennis ervan in deze provinciecentra aan te vullen. Opvallend is daarnaast dat in de rubriek Theologie zoveel 16de-eeuwse auteurs in de kasten bewaard bleven, Th. Morus en G. Cassander zonder asterix, wat staat voor gevaarlijke lectuur, Erasmus wel met asterix, en tevens dat lokale auteurs goed gevolgd werden: niet alleen de kanunniken J. Van Pamele en Fr. Lucas, doch ook J. Clichtove en de confrater W. Taelboom en broeder Cornelis, en naast Ol. Maillard ook De Cock 1747-50 en Lindanus, 1567, Betoog van den oorspronk der Lutherie.
De rubriek Geschiedenis biedt dan naast Ortelius en Sanderus en Blaeu ook Rosweiden en de Annales van Caesar Baron Soranus en Froissard, 1530, Seb. Franck, 1562, twee maal de Rerum Germanicarum Libri tres van Beatus Rhenanus, 1531 en 1551, naast alle klassieken, Busbecq met zijn Epistolarum Legationis Gallicae Libri II uit 1632, de Thesaurus Rei Antiquariae Huberrimus, van Goltz, Antwerpen 1579, de Introductio In Historiam Romanam van J. Otho, 1565, doch geen lokale Vlaamse of Brugse geschiedenis. Merkwaardig is wellicht de Oratio in Laudem Belli, habita in Postremo Cameracensi Concilio, Ieper, 1531 per Lineum, nr. 1429 (blz. 161), een druk in -8o.
Zo, we komen aan de rubriek Littérature, is daar het nr. 369 (blz. 172): Lemmata nova Antiqua ook een Ieperse druk | |
[pagina 102]
| |
uit 1614, opnieuw in -8o. Opvallend in de eerste plaats is in deze rubriek het groot aantal 16de-eeuwse drukken en het overvloedig aanwezig zijn van Erasmus' Epistolae, Adagia en Colloquia, deze laatste wel met asterix. Verder N. Clenard, zowel met zijn Griekse als Hebreeuwse spraakkunst én met zijn Epistolarum Libri Duo, Plantijn 1566; Despauter, J.L. Vives met zijn Declamationes, Leuven 1519 en Bazel 1538, en J. Lipsius met zowat zijn gehele oeuvre. Van R. Estienne bezat de bibliotheek zowel de Thesaurus als het Latijn-Frans Woordenboek, 1543 en 1544; en van Vondel de Lucifer uit 1654. Zelfs een Catalogus van Bodleian Library, Oxford 1620, ontbreekt niet. Kiliaan is er met een Antwerpse 1599-editie en een editie Alkmaar 1605 van zijn Dictionarium Teutonico-Latinum; Clément Marot en Rabelais allebei met hun verzameld werk, mét asterix.
En dan de lokale dichters: J. Lernout met zijn Carmina, Plantijn 1579; opnieuw G. Cassander met zijn Tabulae breves in Praeceptiones Rhetoricae 1548 (1542?); F. Modius met Antiquae Lectiones, 1584 en Olivier de Wree met zijn Vermaerde oorlog-stukken uit 1625. En daarnaast alle klassieken in Bazelse en Parijse uitgaven, 16de eeuw, en de poëzie van J. Secundus, Leiden 1631, van Grotius, 1635, D. Heins, 1640, J. Dousa, 1576, alles te Leiden.
Degelijk vakwerk als samenstelling, met alle humanisten en alle klassieken in de beste uitgaven, meest alles aangekocht vele jaren na uitgave.
Wat de verkoop te Brugge opbracht is niet bekend. De door ons gebruikte Catalogue (Stadsbibliotheek Brugge S 390) is wel overvloedig aangestreept, duidelijk op titels die in de eigen bibliotheek ontbraken, en dit in alle rubrieken. A. Dewitte | |
Bijlage
| |
[pagina 103]
| |
la sainte foy et religion catholicque et bonne vertueuse et chrestienne institution de la jeunesse. Et pourtant pouvons vous asseurer que toute la faveur que leur monstrerez et ferez oultre quelle sera bien collocquee sera fort agreable au Roy comme aussy a nous qui vous requirons ainssy le faire et de vostre coste faire tout ce que pourra estre requis pour lammortisation de ladite maison par eulx acheptee. A tant etc. DAnvers le XVe dAoust 1574.
A mes chers et amez les bourgmestres et echevins et conseil de la ville de Bruges
Al magistrada de Brujas en encommendacion de los de la compagnia de Jhesus.
(Alg. Rijksarch. Brussel, Audience, 1712/1) |
|