Biekorf. Jaargang 90
(1990)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 233]
| |
[Nummer 3]Het legendarische verhaal over de oorsprong van het vlaamse schapenrasEertijds heeft er in onze streken een schapenras bestaan dat de naam van Vlaanderen droeg, het zogeheten Vlaamse schaap of de flandrine. Deze schapensoort was bekend van vele eeuwen ver en, naar men toen algemeen aanvaardde, zou ze, wonder genoeg, van een vreemde oorsprong geweest zijn.
De meeste agronomen en natuurkundigen die dit schapentype beschrijven, vermelden steeds dat het Vlaamse schaap lang en groot van gestalte was, dat het behoorde tot de onderafdeling van de kortstaartigen en dat het geen hoorns droeg. Het werd niet uitsluitend gekweekt voor de wol, maar het was vooral een vlees- en een melkschaap, zonder zijn belang te vergeten op het gebied van de mestproduktie. De Vlaamse ooi wierp grote en vele lammeren en was qua uiterlijk en leefgewoonten nauw verwant met het Zeeuwse drijfschaap en met het beroemde Friese schaapGa naar voetnoot(1).
Op een bepaald ogenblik heeft ons schaap in het buitenland een uitstekende faam en een gunstige reputatie genoten. Het kon enigszins wedijveren met de Engelse en de Spaanse schapen, die in de eerste plaats beste wolschapen waren. |
|