de uitdrukking nog voorkwam. De uitslag van dit onderzoek bracht aan het licht dat teure gebruikt werd in een gebied dat uiteindelijk begrensd wordt door Moorslede, Staden, Ruiselede, Deinze, Zingem, Zottegem en Geraardsbergen. De streek waar het frequent voorkomt is inderdaad de omgeving van Kortrijk, Tielt, Deinze, Oudenaarde en in mindere mate Zottegem en Geraardsbergen. Voor deze laatste Oostvlaamse streek had I. Teirlinck teure reeds opgenomen in zijn Zuid-Oostvlaamsch Idioticon.
Nu komt H. Ryckeboer, de bekende medewerker aan het Woordenboek der Vlaamse Dialecten, teure onder de loep nemen. Hij verwerpt de verwijzingen naar gaat deure of andere volksetymologische verklaringen en komt op de proppen met iets nieuws.
Het eerste element is volgens Ryckeboer hetzelfde als het moderne tussenwerpsel toe. Verder poneert hij dat teure best te verklaren is als een samentrekking van toe heure, dat te beschouwen is als de voortzetting van het Middelnederlandse toe horre vore of toe hurre vore. Horren/ hurren is etymologisch verwant met het Eng. to hurry, en in het Eng. bestaat de imperatief do hurry! Het werkwoord horren/hurren komt voor in een aantal Nederlandse en Nederduitse dialecten, alleen in de imperatiefvorm. Verwijs en Verdam vermelden hort, hurt in de betekenis van ‘voort, weg, verdwenen’. Dit alles toont dus duidelijk aan dat de aansporing toe horre, toe hurre ook in Vlaanderen kan voorgekomen zijn en de verre voorvader is van ons teure.
Het geleerde werkstuk over teure kunnen we lezen in een gedocumenteerde bijdrage onder de titel Teure! in de Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, dl. LXII, 1989, blz. 37-49.
L.V.A.