Biekorf. Jaargang 88
(1988)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermdNawoordPieter Jan Wallays behoort tot een bekende familie uit Lendelede, die talrijk en wijdvertakt is en vooral in de 18de eeuw aan deze gemeente baljuws, griffiers, schepenen en allerlei vooraanstaanden schonk. Pastoor Slosse heeft, onvolledig en nogal schetsmatig, enkele takken van hun stamboom beschrevenGa naar voetnoot(1). In de verleden eeuw waren de Wallays' een Lendeleedse familie van gezeten notabelen: Joseph, notaris; Leo, notaris, burgemeester en provincieraadslid; Maximiliaan, meier en burgemeesterGa naar voetnoot(2). In welke tak van deze familie onze Pieter Jan onder te brengen is, zou maar uit te maken zijn indien de genealogie van dit geslacht tot in detail wordt opgezocht. | |
[pagina 380]
| |
Het is niet uitgesloten dat Pieter Jan, die zich kortweg Jan heette, de Jan Wallays is die van 1753 tot 1796 baljuw van Lendelede was. In 1779 was Wallays reeds sinds 14 jaar, dus sedert 1765 in de landmeterij bedrijvig, zodat hij toen al een volwassen, misschien wel een eerder bejaard man was. Dan zou hij overleden zijn in Lendelede op 29 floréal VI (18 mei 1798), oud 80 jaar, en was hij een derde maal gehuwd met Isabella Surmont uit Izegem. Deze Jan Wallays was een zoon van Jan en van Petronilla Bouckaert.
Rochus Vanden Bulcke in wiens huis ‘op de plaetse’ van Lendelede de lessen in landmeetkunde moesten doorgaan, was poorter van Menen en stierf te Lendelede in 1787Ga naar voetnoot(3). Voorzeker was hij de waard uit de herberg en het wethuis van de prochie te Lendelede.
Alhoewel Lendelede in de kasselrij Kortrijk lag en Wallays normalerwijze in Kortrijk zijn examen had moeten afleggen, was hij ‘geadmitteerd’ in Oudenaarde en achteraf aanvaard als landmeter, prijzer en deelsman, door de bestuurders van de Roede van Menen waaronder Lendelede ressorteerde. Waarom Wallays naar Oudenaarde trok en niet in Kortrijk voorkwam is niet te beantwoordenGa naar voetnoot(4).
Van landmeter Wallays, die gewoonlijk zijn plans ondertekende J(an) Wallays, is een terrier uit 1784 met 18 figuratieve kaarten bewaard van de heerlijkheid van Steurenambacht met gronden in Lendelede, Izegem, Kuurne, Heule, Bissegem en KortrijkGa naar voetnoot(5). Ook vernamen we dat hij soms opmetingen uitvoerde en kaarten tekende in IzegemGa naar voetnoot(6).
De meetinstrumenten die hij in zijn annonce in de Gazette van Gend opsomt en waarmee hij zou demonstreren en les zou geven, zijn in die tijd bekend en mogen voor die jaren aangezien worden als modern en vooruitstrevend. De meeste van zijn collega's deden het zeker heel wat eenvoudiger en meer primitief dan hij. Het winkel-kruys is de winkelhaak met meetschaal, een tekeninstrument in koper dat als recht- | |
[pagina 381]
| |
hoekige driehoek dient. Op de armen waren er toen vaak schalen van verschillende maten gegraveerd. De strekkende linie is wellicht de gewone landmetersketting. De handswede zal een winkelhaak zijnGa naar voetnoot(7). De passer tenslotte is ook nu nog bekend en gebruikt. In die tijden kwam ook een soort proportiepasser voor waarvan de benen gegradueerd zijn van 0 tot 1.000.
In de aankondiging uit 1779 wordt uitzonderlijk benadrukt in vetjesGa naar voetnoot(8) dat Wallays vooral ‘het gebruyk van het Planchet’ zou aanleren. Het planchet dat veel gebruikt wordt bij opmetingen van grotere terreinen om landkaarten te tekenenGa naar voetnoot(9), had men in die jaren ongetwijfeld gezien bij de cartografen en de landmeters die even vóór 1779, namelijk in de jaren 1773-75, in de streek rondtrokken om de Ferrariskaart op te nemen. Het planchet is een soort tekentafel met schietlood, allerlei verdelingen en lunettes op, geplaatst op een staande voet, te velde gebruikt bij het overbrengen van terreingegevens op kaartGa naar voetnoot(10).
In de tijd van landmeter Wallays, de laatste helft van de 18de eeuw, kon geen grote eigenaar of instelling, geen stad of prochie die zichzelf respecteerde, aan de verleiding weerstaan om hun domein of hun omschrijving, hun renten en tienden, in rijkgekleurde landboeken, ommelopers, terriers of kaartboeken door gezworen landmeters te laten optekenen. In onze archiefdepots liggen nog de talrijke getuigen opgeborgen van deze ambitieuze projecten, bewaard in zware registers en folianten, overtuigende bewijzen van de kunde en de goede smaak van onze oude landmeters. Het was een gulden tijd voor de mannen die het planchet hanteerden. Landmeter Wallays heeft blijkbaar op deze potentiële markt willen inspelen.
Het zou interessant zijn te vernemen of zijn initiatief wel doorgang vond en of Pieter Jan Wallays uit Lendelede in onze streken werkelijk de eerste school in de landmeetkunde en de topografie op zijn naam mag schrijven. L.V.A. |
|