Allemaal
Vriend J.D., een verdoolde westflute zoals ik, doorbladert met passende vlijt oude jaargangen van ons leer- en leesblad. Hij vindt zodoende twee versies van een soldatenlied van het Ijzerfront (Biekorf 1984, blz. 411, en 1985, blz. 85). Uit Soldatenleven door Fr. Evermar van Moere (De Vlaamsche Boekenhalle, Leuven, Leiden, Sint-Michiels Brugge, 1919, blz. 46) diept hij nog een andere versie op, en speelt ze me voor Biekorf door. Het liedje is hier een vers langer dan wat de trouwe lezers drie-vier jaar geleden onder ogen kregen.
Uw aanvulling zal op prijs worden gesteld, voegt onze vriend er slim aan toe:
De Engelschen wasschen en scheren,
De Franschen smouten en smeren,
De Duitschers vechten lyk beren,
De Belgen vloeken en zweren; -
De meisjes zien ze allemaal geren.