Boulogne-sur-la-Mer
Anne Dominique Kapferer van de Université de Picardie deed in de Actes du Colloque de Boulogne, juni 1984, gepubliceerd als No 1 spécial hors Série bij de Revue du Nord, 1986, een mededeling (blz. 425-441) betreffende de mirakelmadonna van Boulogne.
Hagiografisch vertrekpunt is het 25 folia tellende Hs. uit Parijs, Bibl. de l'Arsénal 5126, 15de eeuws, dat nog heeft toebehoort aan Antoon de grote bastaard van Bourgogne. A.D. Kapferer constateert dat de toeschrijving van die levensechte of gesculpteerde moeder Gods aan de 7de of 11de eeuw maximaal uit de periode vanaf 1212 kan stammen, maar een getuigenis van de abt van St.-Bertijns Jan van Yperen. En dat zeker in die periode alleen sprake is van een lokale verering, die zich verbreidt vanaf 1304. Wanneer Filips de Schone komt dank zeggen voor de overwinning op de Pevelenberg. Vanaf 1360 is daarna sprake van een koninklijke fundatie.
Het ‘originele’ verhaal waarbij de maagd Maria zelf met tal van relikwieën kwam aandrijven voor de kust wordt in de tekst vergeleken met gelijktijdige Picardische teksten als Le dit des Annelès en La fille du comte de Ponthieu terwijl het boeiend is te vernemen dat als vorm van godsoordeel ook adellijke dames, van overspel verdacht, in een riemenloze sloep op zee werden achtergelaten.
Dezelfde bundeling van mededelingen onder de titel Les Hommes et la Mer dans l'Europe du Nord-Ouest de l'Antiquité à nos jours, bedoeld als hulde aan de organisator van het Colloquium Alain Lottin, biedt verder o.m. studies over de havens: Cl. Sellier over Boulogne base navale romaine (met overvloedig kaartenmateriaal), H. le Bourdellès van Lille III over Les ports de la Canche à l'époque gallo-romaine et dans le haut Moyen Age. A. Derville, ook van Lille III, brengt een uitgebreide studie over Calais avant 1347. Jammer genoeg liet Mark Rijckaert zijn tekst Essor et déclin d'un port de mer. Bruges dès l'époque romaine à la fin de l'Ancien Régime niet op tijd binnenkomen. Hugo Thoen van de RUG wel over Le sel des Morins et des Ménapiens.
A. Dewitte