Cornelis Jansenius 1618
Naar aanleiding van de restauratie van de Janseniustoren in het Leuvense Paridaens-instituut, het voormalige Hollands College, werd in die toren in januari 1986 een tentoonstelling opgezet.
Over 32 nrs. werd iconografisch en universitair archiefmateriaal opengelegd, naast een reeks publikaties. Daaronder de Augustinus uit 1640, de Vermaninghe bij de hervorming van de abdij van Affligem 1642, zijn polemisch werk (mét Pieter Roose) t.a.v. Richelieu 1635, de Laudatio funebris tenslotte 1641, achteraf door Urbanus VIII ook veroordeeld. De eerste veroordeling via de bul In Eminenti dateert van 1643. Heel opmerkelijk is ook de Almanach de Dieu uit 1738, waarbij Jansenius in de maand februari gehuldigd wordt als vriend van Port-Royal.
Bisschop van Ieper is Jansenius 1 jaar en 5 maand geweest. Het was overigens op visitatiereis in zijn nieuw bisdom dat hij de pest opliep en de nacht na zijn dood reeds werd begraven, 54 jaar oud. Zijn verblijf te Leuven (1602-1609; 1617-1635) viel vanaf de datum van zijn promotie en professoraat, 1617, samen met de functie van president van het college van Haarlem. Hij zou ook samen met Valerius Andreas en Pieter Stockmans instaan voor de organisatie van de universitaire bibliotheek.
De hier gerestaureerde toren, onderdeel van de 12e-eeuwse stadstorens van Leuven aan de Dijle, bevond zich in de tuin van zijn college. Hij liet die in 1618 opknappen als studeerruimte voor zichzelf.
A.D.
M. LAMBERIGTS, Jansenius en zijn tijd, Leuven, jan. 1986, 12 blz.