Hongeroproer te Brugge in 1847.
Gerechtelijk epiloog.
Op 2 en 3 maart 1847 had te Brugge een hongeroproer plaats, dat nationale invloed had op de overheidsbeslissingen met betrekking tot de heersende hongersnood. We hebben het verloop van dit oproer en de gevolgen ervan zowel plaatselijk als voor het ganse land al eerder beschrevenGa naar voetnoot(1).
Er bleef hierbij één onbekende: wie waren de 15 betichten van aanzetting tot oproer die op 3 augustus 1847 verzonden werden voor de correctionele rechtbank van BruggeGa naar voetnoot(2) en tot welke straffen werden ze veroordeeld?
We zochten tevergeefs naar het gerechtelijk dossier: er bleken nog slechts een paar bundels bewaard op het Rijksarchief in verband met de veroordeling van enkele figuranten tijdens de oproerdagen, maar het voornaamste dossier bleef onvindbaar.
Aan de hand van een bericht op 17 september 1847 in de ‘Gazette van Brugge’ verschenen, kunnen we thans, als epiloog, de opgepakte oproerigen situeren en de straffen vermelden die hun werden opgelegd.
Alle betichten woonden te Brugge, en waren er ook geboren met uitzondering van drie onder hen die respectievelijk in Gits, Koekelare en Oedelem het levenslicht zagen.
Onder hen waren er twee dertigers: 30 en 31 jaar, 3 twintigers: 20, 24 en 25 jaar en tien tieners: 16, 17, 18 en 19 jaar en warempel één van 11 en één van 15 jaar. De herhaalde berichtgeving in de kranten dat het om jonge snaken en ‘straatjongens’ ging, blijkt dus in grote mate juist te zijn geweest, hoewel de aanwezigheid van vijf volwassenen enig krediet zou kunnen geven aan de bewering dat er ook bezoldigde opruiers aan het werk waren geweest.
Het beroep van de betichten behoorde tot de meest bescheiden, voor zover ze een beroep hadden en voor zoveel ‘bedelen’ als een beroep kon beschouwd worden.
De straffen lagen duidelijk aan de zware kant. Weliswaar werden drie betichten vrij gesproken, en was er één veroordeling tot 6 maanden gevangenisstraf. Maar verder waren er dan toch 2 veroordelingen tot 1 jaar, 3 tot 2 jaar en 6 tot 3 jaar.
Vooral deze laatste lagen in evenredigheid met de gepleegde misdrijven, aan de hoge kant. De zware straffen werden ook de jongsten onder de beklaagden niet bespaard.
Hierna volgen de acteurs van dit hongeroproer dat zwaar doorwoog in de toenmalige politieke toestand van het land.