Een imposant voorbeeld van funeraire kunst
De grafsteen voor Jan Brito
Brugge ca. 1480
Zonet verscheen bij de Westvlaamse Gidsenkring (1979) een 42 p. tellende studie van de hand van marc goetinck: Jan Brito. Calligraaf en drukker te Brugge 1454-1484. Copieus gepresenteerd, van uitvoerig kritisch apparaat voorzien, brengt deze studie vooreerst een merkwaardig, wellicht zuiver Brugs, iconografisch model van grafsteen (tegen de noordmuur van de Sint-Gilliskerk) waarbij zowel de opbouw als de tekstreconstructie een duidelijk verwantschap toont met de koperen vloerzerk voor Kateline d'Ault, in de Brugse St.-Jacobkerk. De tekstbanderollen bevatten hier een dialoog tussen J. Brito en zijn beide echtgenotes:
Ten tweede bedoelt de studie de betekenis van Jan Brito als incunabeldrukker een nieuwe kans te geven, na de foute voorstelling van Gilliodts uit 1897 (waarbij in de literatuur tot op vandaag Brito wegviel als valabele producent naast Mansion en Caxton). Bovendien doelt de auteur ook de boucscrivere Jan Goossin, die in 1484 voor zes jaar het winkelpand van Mansion overnam, in de rij der Brugse incunabeldrukkere in te passen.
Een vrij drukke onderwerpen-combinatie, op een rustige manier naast mekaar gezet. Wij willen wel terzij even wijzen hoe de editie N.F. Blake, Caxton. England's first publisher, Osprey, Londen, 1976, 220 pag., evengoed als Blake's bijdragen over Wynkin de Worde (in het Gutenberg Jahrbuch 1971 & 1972 door de auteur onvermeld bleven. In het eerste werk van Blake wordt op de pag. 132-135 de koperets (bij M. Goetinck, pag. 27) b. vb. uitvoerig toegelicht.
A. Dewitte