Nogmaals over de plaatsnaam ‘De Keuvele’ te Knokke
Ik heb hier een tijdje geleden (1972, blz. 153-154) betoogd dat de naam van de oude boerderij ‘de Keuvele’ te Knokke blijkbaar moet worden afgeleid van het oude woord kove = hut, woning, hoeve. Keuvele is een diminutief van kove met umlaut onder de invloed van de diminutiefuitgang.
Kove betekent eigenlijk een hut of woning met een kap of dak. Het woord is verwant met kuif. Keuvel staat tegenover kuif zoals heuvel tegenover huif. Waarschijnlijk is het gelijkluidend woord keuvel (kap, speciaal monnikskap) van dezelfde stam. Hierbij is al heel vroeg verwarring opgetreden met het woord kogele (kap), dat teruggaat op een Romaanse vorm van het Middellatijn cuculla, Lat. cucullus.
Bij deze nieuwe verklaring van Keuvele (boerderij) wordt de traditionele volksetymologische verklaring ‘monnikskap’ verworpen, wat niet wegneemt dat de woorden keuvele (boerderij) en keuvele (kap) wellicht met elkaar verwant zijn, zoals ik zo juist kom te zeggen.
Zoals het weleens meer voorkomt stuit het verwerpen van traditionele, ‘dierbare’ volksetymologische verklaringen op wrevel en verzet buiten de vakkringen. Dat is begrijpelijk. Een volksetymologische verklaring spreekt meestal tot de verbeelding. Ze is schijnbaar eenvoudig en doorzichtig en lijkt voor de hand te liggen. Wetenschappelijke verklaringen daarentegen zijn meestal nuchter en zakelijk, vergen taalkundige kennis en vakkundige ‘flair’. Ze zijn niet altijd eenvoudig en lijken vaak een beetje spitsvondig en esoterisch voor de niet-toponymicus. Dat is de reden waarom volksetymologieën vaak een onuitroeibaar leven leiden buiten de vakkringen... en soms ook in de vakliteratuur.
Een fraai voorbeeld daarvan is de gemeentenaam Lissewege, sinds jaar en dag verklaard als ‘weg tussen het lis (iris’ en waaraan ik een studie zal wijden. Een tweede voorbeeld is de naam Koolkerke, waar het element kool niets te maken heeft met de heiligennaam Nikolaas, maar zoiets betekent als ‘hoger gelegen land’ (B. 1956, blz. 155-156). Dus ‘kerk op een stuk hoger gelegen land’.
De moderne toponymie geeft de voorkeur aan nuchtere, zakelijke verklaringen boven ‘dichterlijke’, romantische, fantaisistische verklaringen, ten minste voor zover die laatste niet voor de hand liggen of met zekerheid bewezen zijn. Dit is het geval bij hoevenamen zoals ‘de Vogelenzang’, huis- en herbergnamen, kloosternamen (bijv. Rozendaal), na-