Biekorf. Jaargang 74
(1973)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 277]
| |
De schuttersgilden van Noordschote en ZuidschoteNoordschote en Zuidschote zijn twee kleine gemeenten. Ze liggen dicht bijeen en leven nauw met mekaar. Wat de ene doet wil de andere. In 1715 nu kwam iemand op de idee te Zuidschote een schuttersgilde op te richten. Zuidschote is de kleinste van de twee parochies. Het is dan ook begrijpelijk dat Noordschote nog hetzelfde jaar eveneens uitkwam met een handbooggilde van Sint-Sebastiaan. Pieter Pieters, uit wiens merkwaardig memorieboek Biekorf reeds het ene en het andere publiceerde, geeft in detail het relaas van de oprichting van beide gilden. In het ancien régime kon geen schuttersgilde worden opgericht zonder toelating van de vorst of van de plaatselijke heer. De koene Zuid- en Noordschotenaren wendden zich niet tot de koninklijke majesteit, maar tot de abdis van de adellijke benediktinessenabdij van Mesen, die Vrouwe was van Noordschote en van Zuidschote. Mevrouwe van Mesen kende voorzeker beter de ‘noden’ van haar onderhorigen dan de verre majesteit, te Brussel en te Gent vertegenwoordigd door Raden en Hoven, die heel wat kieskeuriger en meer nauwlettend acht gaven op de werkelijke noodzakelijkheid van een schuttersgilde. Zij was zelfs zo toeschietelijk dat ze ‘Caerte ende artickelen’ der gilde van Mesen liet gebruiken door de aanvragers uit de acht prochiën, die haar voor die gunst te voete vielen. In 1697 telde Noordschote 500 en Zuidschote 311 inwoners. Er waren respectievelijk slechts 79 en 51 volwassen mannen. Er waren daarenboven nog 20 arme huisgezinnenGa naar voetnoot(1). Voorwaar een magere bodem om ineens zo maar twee schuttersgilden in te planten en ze tot wasdom en bloei te brengen! Van enige verdere vermelding van deze gilden is er later dan ook nergens iets te vinden.
L. Van Acker Bijlage. Zie volgende bladzijde. | |
[pagina 278]
| |
Bijlage
|
|