Biekorf. Jaargang 74
(1973)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 267]
| |
Waarheen met de gemeentewapens?Het gevierendeeld wapen van de gefusioneerde gemeente Koolkerke (met Brugge, 1970) verenigt in één wapen: Brugge, 't Vrije, Sijsele en Dudzele, wapen dat bij K.B. van 6 XI 1956 aan deze gemeente werd toegekend (1). Het illustreert de samenstelling van Koolkerke's grondgebied bij haar inrichting1
in 1795. Vooral het 2de kwartier: van zilver een rechterschuinbalk van azuur, wat van het Brugse Vrije (1436) is, trekt onze aandacht. Waar vinden we ‘het Vrije’ in zijn geheel terug in de heraldiek der westvlaamse gemeenten? Westkapelle (2): van zilver een rechterschuinbalk van azuur. Als schilddrager een wildeman, van natuurlijke kleur, omringd met 2
twee distels van sinopel elk gebloemd met twee stukken purper, (K.B. 29 VII 1963). Klerken (3): van zilver een rechterschuinbalk van azuur. Als sohilddrager een wildeman van natuurlijke kleur, a.d. voet begeleid van twee distelplanten van sinopel, gebloemd van purper, (K.B. 6 XI 1956). Stene (4): van zilver ©en rechterschuinbalk3
4
| |
[pagina 268]
| |
van azuur. Het schild geplaatst op een distelplant van sinopel, gebloemd van purper. Als schilddragers twee griffoenen van goud, (K.B. 21 XI 1960). Bij Albert Visart de Bocarmé, Recherches sur les sceaux du Franc de Bruges (1926) treffen we de drie zegeltypen van 't Brugse Vrije. Ontegensprekelijk gingen de samenstellers der hogervermelde wapens deze oude zegels (B, C, D) nazien als enige bron voor inspratie. Inderdaad de gemeenten Koolkerke, Klerken, Stene en Westkapelle maakten eertijds allen deel uit van ‘het land van den Vrijen’. Zij voeren nu vrij jonge wapens, hun toege- | |
[pagina 269]
| |
kend bij K.B. in de periode na wereldoorlog II. Dat men echter binnen éénzelfde provincie tot driemaal toe identiek dezelfde veldbezetting gebruikt heeft, wat verwarring schept en evenzeer van weinig verbeeldingskracht getuigt, kunnen we alleen maar afkeuren. Des te meer daar we ook in een reeks wapens van Zeeuws-Vlaanderen het ‘stuk’ terugvinden, - zij het mits respectievelijk een kleine indicatie, een breuk of toevoeging van een zwarte hoofdletter (wat al evenmin originele of zuivere heraldiek kan genoemd worden). Het betreft de gemeenten (6): Schoondijke, Cadzand Retranchement en Zuidzande:
5
6
Groede (5), ten omechte ‘met zwarte schuinbalk’, i.p.v. met ‘rechterschuinbalk van azuur’, beschreven bij J.A. de Boo (Fibulareeks 26/1967), nam het oorspronkelijk wapen van ‘'t Vrije van Sluis’ over. Sluis was tot voor de inname van Oostende (1604) deel van 't Brugse Vrije, nadien (1669) behield het echter het schild van 't Brugse Vrije, overtopt met drie distelplanten, gehouden door een wildeman en een wildevrouw elk een knots dragend. Onder het schild een banderolle. (Momenteel voert Sluis een totaal ander wapen). 7
8
Ook de schilddragers in Groede's wapenfiguur zijn mits het toevoegen van enkele attributen dezelfde gebleven: de wildeman steunt op zijn knots, de wildevrouw is echter een Justitie-figuur geworden met een zwaard in de ene, en een weegschaal in de andere hand. Groede, Schoondijke en Zuidzande zijn thans onder het bestuur van Oostburg, 9
Retranchement en Cadzand onder het bestuur van Sluis. Sprekender wapens zijn eveneens de eertijds tot ‘het Vrije’ behorende Zeeuws-Vlaamse gemeenten: Sint-Kruis (7) en Heille (8) waarvan de blazoenering als volgt klinkt: | |
[pagina 270]
| |
St. Kruis: van zilver een rechterschuinbalk van azuur vergezeld in hoofd en punt van een breedarmig kruis van sabel. En voor Heille: van zilver een rechterschuinbalk van azuur, over alles heen een gegolfde dwarsbalk van zilver. Eerder zelden ontmoeten gemeentewapens dubbelgangers. Naast de reeds hoger geciteerde gevallen kennen we in West-Vlaanderen ook nog Zedelgem en Veldegem, terwijl Koekelare, EernegemGa naar voetnoot(9) en Ichtegem, net als de genoemde Zeeuws-Vlaamse gemeenten, zich nauwelijks van elkaar onderscheiden door een breuk, met name de letters: K, E, I. Veel familiewapens en streekwapens werken veelvuldig met herhalingen, maar dan bijna altijd met stukken die slechts één onderdeel van het veld bezetten. Markante voorbeelden daarvan zijn de golvende dwarsbalk in Zeeland, de smalgedwarsbalkte schilden in B.-Limburg, de raap in 't Land van Waas, de disselbijlen in Walonië, de zalm in 't land van Altena (N), het ‘contrepotencé’ in Champagne e.a. Sinds jaren volgen we Max Servais' gewaardeerde ‘Zegelbeschrijving en Wapenkunde’ in het driemaandelijks tijdschrift van Gemeentekrediet van België; nog steeds worden aan gemeenten wapens toegekend. Terzelfder tijd dat men ‘de toekomst van het verleden’ predikend, tal van gemeentewapens bij K.B. toekent of in ere herstelt, terwijl nog heel wat meer gemeenten, gravend en bladerend in eigen verleden en legenden, een zinvol wapenschild zouden kunnen voorstellen, bekommert ons terecht de pertinente vraag: ‘Wat met de wapens der reeds af geschafte en nog af te schaffen gemeenten? Uit ons recent onderzoek in Zeeuws-Vlaanderen bleken behalve in Schoondijke de hoger vermelde gemeentewapens totaal uit het geheugen. Een gepensioneerde gemeenteontvan- | |
[pagina 271]
| |
ger en een gemeentebediende wisten er nog een en ander over. De voortdurende fusies zijn ontegensprekelijk een bedreiging voor deze cultuurhistorische kleinodiën! Een verarming te meer... Naast Stene, Klerken, Westkapelle en Koolkerke zijn er nog een 50-tal meer die geleidelijk aan weggefusioneerd worden. En er volgen er meer, (± 50!) al hebben ze niet allemaal een gemeentewapen. Wellicht zal Biekorf er eerlang een ‘in memoriam’ aan wijden... Het oude Esen (10) ‘van azuur een opvliegende zwaan van zilver, het schildhoofd van hermelijn’ nu reeds uitgevaagd!... En Avekapelle (11) met zijn 3 ossekoppen! Booitshoeke (12), Bovekerke en Krombeke: jachthorens van keel, beslagen met zilver! Noordschote (13), van azuur met gouden pers en kuipen. Woumen, De Moeren, Hoeke en Vinkem (14) verdwijnen ook... 10
11
12
13
14
Uitkerke, in zilver met Sint Jacobsschelpen van goud op een kruis van sabel - en meer andere. Allen stuk voor stuk beladen en geladen met symbolen, tekens of sprekende figuren, uit eigen cultuurerfgoed. Het in onbruik raken van tal van wapens, werkt evenzeer afbrokkeling der ‘streekfiguren’ in de hand. En dit alles blijkt gedoemd te zijn om eerlang te verdwijnen. Ga naar voetnoot+Merken en herkenningstekens zijn nochtans uitermate in. Veel moderne pictogrammen, vakkundig en goed ontworpen | |
[pagina 272]
| |
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
door graphic designers laten een nieuwe (beeld-)taal ingang vinden; soms analoog aan het heraldische qua eenvoud, leesbaarheid of trefzekerheid. We denken aan beeld- en lettermonogrammen, verkeersborden en zoveel andere (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25). In deze bloeitijd van toerisme, met alles wat daar kan bijkomen aan belangstelling voor 't resterend kultuurbezit en aan verklarende geïllustreerde boeken of folders tot en met stickers toe: juist nu dreigen veel van onze nog overlevende heraldische tekens te moeten verdwijnen uit omgang en geheugen... Hechten wij er geen waarde aan?... Zijn ze niet europees genoeg?... deze decoratieve, betekenisvolle met volk en gemeente vergroeide statussymbolen: schitterend in brandglas en medaillon, kunstvol uitgevoerd in schrijn- of houtsnijwerk: Scherpe tekens of motieven in een zuiverheid vanvranke kleuren en metalen, levendige dragers van historisch erfgoed: zwarte blomme op geluwveld! Of willen we ze slechts elders gaan ontdekken? Moet het van over de grenzen komen? van Burgos of Hastings? De gouden leeuw van Marcus van Venetië; de beer van sabel: Berlijn of Bern. De lelie, gracieus sieraad van Firenze of 't zilveren karveel, met in het hoofd van azuur de gouden lelies: Parijs! Arno Brys |
|