Aardenburg als bedevaartplaats
1464
De nieuwe stad Middelburg-in-Vlaanderen, in 1452 gesticht door Pieter Bladelin, dreigde aldra de belangen te schaden van de naburige (4 km) stad Aardenburg, die als aloud Mariaheiligdom in Vlaanderen zeer veel pelgrims aantrok. Knelpunt was het mogelijk verlies van accijnzen, daar de pelgrims - en zelfs de eigen inwoners van Aardenburg - in het nog niet omwalde Middelburg gingen drinken. Waren de grafelijke privileges aan Bladelin toegekend niet te verregaande? Daarover hielden de kommissarissen van de Rekenkamer in april 1464 een enkwest. Ze hoorden o.m. de zestigjarige Anthonis Helichgheest, vrijlaat, sergeant van IJzendijke, wonend in Aardenburg-Ambacht, prochie Sint-Kruis. Alleen zijn getuigenis is bewaard gebleven. (ARB. Charters Graven van Vlaanderen, carton nr. 28).
Op de vraag van de commissie of Aardenburg finantieel benadeeld wordt door Middelburg zegt Helichgheest dat hij dat niet kan weten. Wat ik wel weet, zegt hij, is dat men in Middelburg een stoop wijn zes groten betaalt, in Aardenburg 8 groten, dus 25 % duurder. En natuurlijk gaan pelgrims liever drinken in Middelburg, en inwoners van Aardenburg gaan ook wel eens een (voordelige) kruik wijn gaan halen in Middelburg. Maar om te zeggen dat de accijnzen van Aardenburg daardoor gedaald zijn, dat weet ik niet, herhaalt de sergeant, (de stadsklerk is daar om dat te weten, dacht hij).
De omwalling van Middelburg, waarmee in 1464 begonnen werd, zal zeker aan het profijtelijke ‘buitendrinken’ van de Aardenburgers en hun pelgrims een einde hebben gesteld.
E.N.