Biekorf. Jaargang 74
(1973)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
MengelmarenKinderspelen, zegswijzen en aftelrijmpjes te LombardsijdeEnige maanden geleden kwam het ‘Oostends Woordenboek’ van de pers. Dit reeds tot een ‘klassieker’ uitgegroeid standaardwerk omvat o.a. tal van liederen, aftelrijmpjes, schootrijmpjes, zegswijzen en volksspreuken. En toch kan 't niet ontkend worden dat ook een stadscentrum als Oostende op dit gebied heel wat minder ‘rijker’ is dan bijv. het landelijke Lombardsijde. Dank zij mijn moeder en haar drie zustersGa naar voetnoot(1) kon ik mijn lijst aftelrijmpjes nog verder aanvullen.
Liedjes bij het touwspringen
1. In de kloare moane
die wilt bestoan
woar dat de jonge meisjes
met de knechtjes goan
(meisjesnaam) is zo jong van joaren
om met (jongensnaam) te willen voaren
dingelingeling van hoepsasa
hoep - sa - sa.
2. Vis - vis - wollevis (walvis)
die vannacht gevangen is
van een, van twee, van drie.
Aftelrijmpjes
1. Roe - roe - rompot
drie petatten in één pot
één voor vader
één voor moeder
en één voor roe - roe - rompot.
2. Eén - twee: de kat gaat mee
de hond blijft thuis in het achterhuis
piep zei de muis
met zijn pootjes
over kruis
3. Otje - potje - veugelkotje
otje - potje - paf
de boer zit in het graf
de boerin haalt hem eruit
het is een dikke vette puit.
| |
[pagina 57]
| |
4. Zand, zand, schoon wit
zand, tien centiemen
voor een mand, en doet
er nog een schepje bij
t's al profijt voor mij.
5. Achter mijn ore
zit er een vlooie
pakt hem, krabt hem
en gij zijt verlost.
6. Het gaat regenen
en het gaat waaien
Pietje gaat naar de kaaie
Pietje gaat naar de Bassin
en hij valt er in.
7. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht
soldaat op de wacht
soldaat op de post
en gij zijt verlost.
8. Achter het Engels huizetje
lag een hoopje kak
het mannetje van het huizetje
heeft dat opgera(a)pt
tel me twintig, veertig,
zestig, tachtig, handerd
en gij zijt af.
Om een vriendje ‘uit te lachen’.
Jantje, jantje, poepsoldoat
die hele dagen in zijn hemde stoat
en in zijn bloot gat
rond de stad
met zijn cahier
rond de plee
en alle meisjes lachen ermee.
Tot een klein kindje, dat op zijn ‘potje’ zit
Hier in deze cel
maakt men ‘saucissen zonder vel’
en als men wilt kakken op zijn gemakken
moet men je handen
aan je kaken plakken.
Bij het zien van een ‘rosten’.
Rostekop, in d'helle gedopt
tien jaar in het zwijnekot.
| |
[pagina 58]
| |
Jonge moeder, die haar kindje ‘dank je’ wil aanleren. nadat iemand
bijv. het kindje met een snoepje heeft bedacht
Danke, zie het hondje
mijn stertje (staartje) is van
mijn koentje (kont - achterste)
danke zie het katje
mijn stertje is van mijn gatje.
Moeder tot een nukkig kind.
Pist op een blauw steentje
tot dat gij blij zijt!
Schoolkinderen tot een pruilend kind.
Jantje krijst, jantje lacht
t'is de mode, t'is de mode
Jantje krijst en Jantje lacht
t'is de mode van Parijs.
Tot kind dat school had verzuimd.
Ietje, petietje, is altijd ziek
heel de week
heel de week
ietje, petietje is altijd ziek
heel de week
maar's zondags niet.
Nieuwpoort 1973 Jacques Beun | |
Waarom Geluveld onder het bisdom Doornik bleef
| |
[pagina 59]
| |
derdaad alleen Izegem en Ingelmunster in aanmerking als verstafgelegen Vlaamse parochies in het bisdom Doornik. Slosse wijst overigens op een andere anomalie: Geluveld, een ‘verwezen veld van of nevens het weeldige Geluwe’ grenst niet aan Geluwe omdat er een ‘splete van Wervik’ tussenligt, een afgespleten gebied van niet meer dan tien meter breed. Op de kaart (1700) van het bisdom Doornik bekeken ligt Geluveld in een uitgesproken bocht ten noorden van de Leie; samen met Hollebeke en Houtem lag het ‘op de uitkant’ van het bisdom. Op één bijzonderheid mag hier nog de aandacht worden getrokken. Onder het oud bisdom Doornik behoorde Geluwe tot het dekenaat Kortrijk, Geluveld tot het dekenaat Roeselare. In 1559 ging Geluwe (samen met Dadizele en Ledegem uit het Kortrijkse dekenaat) over naar het dekenaat Waasten (waarin toen ook Beselare, Moorslede en Passendale uit het dekenaat Roeselare werden opgenomen). Geluveld maakt in 1559 ook een ongewone beweging: uit het dekenaat Roeselare gaat het over naar het dekenaat Kortrijk (om later naar Menen-Wervik over te gaan). Dekenale omschrijvingen hebben mogelijk in Geluvelds kerkelijke verkaveling meegespeeld. A.V. | |
Memoriaelboek van ClaesmanMisschien kan het volgend nog van enig nut zijn voor de vraagsteller D.M. die in Biekorf 1972, 127 de vraag naar voor bracht of er nog een exemplaar van Claesmans ‘Memoriaelboek’ bewaard wordt. Op het Stadsarchief te Brugge berust een handschrift - een fors register - van dit Memoriaelboek van Otto Claesman, onder de titel: ‘Memoriael Bouck van alle de Wetten ofte Magistraten deser Stede van Brugghe beghunnende vanden jaere 1272 tot dato deser midtsgaders van eenighe remarkabel saecken inde voorseyde jaeren voorghevallen, nau-keurich bijeen vergadert door D'Hr. Otto Claesman proprietaris deser. Anno Dni 1670’. P.S. Leuven | |
Seizoenuitwijking naar Marquise (N.-Fr.)Tijdens de tweede helft van de 19e eeuw trokken arbeiders uit Pittem en Egem naar Marquise, een industrieel stadje gelegen op de Slack, tussen Calais en Boulogne. Ze gingen er werken in de ijzergieterijen of ‘ijzerforgen’. Verscheidene Egemnaren zijn daar overleden. Zijn er nog andere gemeenten vanwaar de inwoners dergelijke zware seizoenarbeid gingen verrichten naar Marquise? Nu de Westvlaamse sjouwer een standbeeld gaat krijgen, zou het passend zijn die metaalarbeiders uit de vorige eeuw niet te vergeten. V.A. |