Biekorf. Jaargang 74
(1973)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
‘Valckenaes’Aansluitend bij Biekorf 1972, 318. In 1552 bracht het valkengeld/hondenbrood/opperjagergeld in het Land van Dendermonde - geschat op 2 gr. per bunder, door de boeren te betalen - 168 p. 9 sch. parisis op; waarvan 7 p. verschuldigd door de Abdij van Zwijveke en 3 p. door het Klooster van Tussenbeke (Serskamp)Ga naar voetnoot(1). In 1641-49 werd deze cijns door ‘de prochie’ St.-Gillis- Denderbelle-Zwijveke afgekocht: ‘Item alsoo Guilliamme de Meyer, woonachtig tot Wetteren, pachter van het valcken ende opper jaeghergelt den vien meerte 1643 was gecommen om binnen de selve prochie omme te gaen totter inninghe van trecht daertoe staende / ende meyer ende schepenen geconsidereert hebbende tgone tselve soude moghen importeren / ende de groote fastigue die d'insetenen daermede wort aengedaen / hebben metten selven de Meyer daerover int geheele accordt ghemaect van de twee verschenen jaeren, te weten 1641 ende 1642, voor de somme van neghen guldens eens (...) xxx sch.’Ga naar voetnoot(2). Een zelfde bedrag - 15 sch. per jaar - werd voor 1643 en '44 betaald aan Gillis Claessens ‘als ontfanger’, voor '45 aan Jaecques Claijs pachter, voor '46 en '47 aan Franchoys de Coninck ‘d'actie hebbende van Jaecques Claes’, voor '49 aan ‘sieur de Coninck ontfanger vanden oppervalckenier van Vlaenderen’Ga naar voetnoot(2). Later komt deze post niet meer voor. Wanneer dit recht werd afgeschaft, is ons niet bekend. Mogen we te dezer gelegenheid herinneren aan een andere ‘afkoop’? Van 1680 werd door ‘de prochie St.-Gillis Zwijveke’ aan de Capucijnen van Dendermonde een aalmoes, ‘vier stucken meel met het backen’, geschonken ‘in redemptie van den ommeganck van houd, boter ende voordere noodzaekelijkheden’. In 1777 schrapten de verificateurs deze uitgave; maar de vierschaar verzocht de hoofdschepenen van het Land van Dendermonde deze te mogen behouden, ‘naementlyck ten aensien vande geringe hunne ingesetenen die uyt eene eerelycke schaemte somwijlen accordeerden ofte gaven meerder als hunne staet ofte conditie toelieten’. Dit verzoek werd ingewilligdGa naar voetnoot(2). M. Bovyn |
|