Biekorf. Jaargang 73
(1972)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 328]
| |||||||||||
Wapentransport gestrand voor Oostende
| |||||||||||
Inhoud van twee kisten
Al die wapens, twee kisten vol, werden samen met nog twee ‘coferen met ghescotte’, naar Brugge overgevoerd op schriftelijk bevel van de graaf. De lading werd er toevertrouwd aan de wapenmaker Gillis ‘omme te schuerne ende te bereedene’. Wit opgeblonken werd al dit wapentuig dan gevoerd naar het ‘paweljoen’ ofte residentie van Wondelgem bij Gent, waar Lodewijk van Male bij voorkeur verbleef. De andere 16 kisten bleven (voorlopig?) staan in Oostende, in het huis van Ystaes Pieroot.
De baljuw liet daarna nog restanten ophalen ‘huten bodeme vander vorseiden bargen en delven der omtrent huten zande’. Deze nalezing bracht de volgende stukken boven: ‘Dry panchieren;Ga naar voetnoot+ twee gorgieren;Ga naar voetnoot+ tiene huven;Ga naar voetnoot+ viere gheheele platen;Ga naar voetnoot+ twee paer hanschoen; een beenharnasch; viere pipenGa naar voetnoot+ ende een schive van tween partien’. Ook dit tuig werd in Brugge door Gillis de wapenmaker hersteld en opgefrist, en vandaar naar het grafelijk kasteel van Wondelgem overgevoerd. (RAB. Rekening Baljuw van Brugge, nr 1283; (21 sept. 1377 - 11 jan. 1378). De twee bargen blijken geen schepen van de vijanden te zijn geweest, doch eenheden van de ‘vloot van Vlaanderen’ waarmee de graaf in de oorlog stond. A.V. |
|