IJzeren koeien
Op de vraag in Biekorf 1972, 64
Bij de verhuring van bepaalde boerderijen gold een bijzonder gebruiksrecht dat geformuleerd werd als: ‘ijzeren koeien sterven niet’; ook: ‘ijzer-vee sterft niet’ bij De Cock, Spreekw. Oude gebruiken nr. 86.
De wijze van verhuring was dan als volgt: een boerderij werd verpacht met de koeien erop; de pachter moest, na afloop van de pacht zorgen evenveel koeien van dezelfde waarde weer op te leveren. Die koeien waren dus vast als ijzer.
Ter vergelijking haalt De Cock (nr. 451) de spreuk aan: ‘Kerkegoed heeft ijzeren tanden’: is onvervreemdbaar.
Het ijzer gold steeds, in de juridische terminologie, als het zinnebeeld van het hechte en onverbreekbare. Vgl. Harrebomée, Spreek-wdb. I 248. - In dezelfde zin ook: ‘Kindergoed is ijzergoed’ (in erfrecht).
D.V.