Biekorf. Jaargang 73
(1972)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| |
Cornelis van den Rijne 1502-1573
| |
[pagina 160]
| |
resp. aan de kapel van Keizer Karel en Filips II verbonden terwijl hij Adriaen Willaert begeleidde wanneer die op 22 nov. 1556 de hoogmis met zijn compositie opluisterde.Ga naar voetnoot(5) Als organist had hij de beschikking over een nieuw positief orgel sinds 1520, terwijl het grote opgehangen orgel uit de 14e eeuw, naar zijn eigen opgave, door een nieuw vervangen werd in 1558. De orgelbouwers Karel Waghe en Clays de Smet zorgden, naast Johannes Waghe en Joos vander Keere voor het onderhoud ervan.Ga naar voetnoot(6) Betekenden beide voorgaande benoemingen (kapelaan zowat 7 à 8 £ vl.; organist het sinds 1439 onveranderde bedrag van 18 £ par.: 1½ £ vl.) een inkomen van 9½ £ vl. per jaar dan volgde in 1549 daarop de benoeming tot clericus turris, clocmannus of torreclerck. Naast de vaste, door de Kerkfabriek te voldoene jaarwedde van 13 £ 17 sch. par., brachten de vaste inkomsten van alle de jaerghetijden zowat 150 £ par. in meer op terwijl de normale begrafenissen, bvb. in 1571, nog eens 36 £ par. opbrachten. Op die manier was zijn samengestelde jaarwedde op een niveau gekomen van zowat 26 à 27 £. vl. In vergelijking met de normale kanunnikale prebende van zowat 8 £ vl. is dit een niet onaardig bedrag.Ga naar voetnoot(7). Cornells v.d. Rijne slaagde er zelfs in, wellicht door zijn faam als organist, een reeks Studenten aan te trekken - bij zijn dood waren daarvan zelfs reeds 15 priester gewijd - die | |
[pagina 161]
| |
bij hem inwoonden.Ga naar voetnoot(8) De hiervoor gevraagde som is ons niet bekend doch als hij in 1558 negen deniers vraagt per hoofd en per dag, alleen om de gezellen van de orgelbouwer Clays de Smet te logeren, een bedrag van 1 £ 2 sch. 6 den. per maand, dan is duidelijk dat ook hier vele mogelijkheden voor de organist openlagen.Ga naar voetnoot(9) Een voorbeeld van gelukkige speculatie, hoewel dit wel niet zo zal bedoeld zijn, is tenslotte de Schenking die hij deed bij de aankoop van het nieuwe orgel in 1558. Ex gratuito dono et pia devotione schonk hij 12 £ vl. en Stelde daarnaast, tegen een hoge lijfrente, 6 £ per jaar, nog eens 48 £ vl. ter beschikking van de Kerkfabriek. Gezien hij pas overleed in 1573 haalde hij hieruit, zijn gifte van 12 £ vl. afgetrokken, nog een batig saldo van 27 £ vl.Ga naar voetnoot(10). De laatste benoeming die wij van Vanden Rijne kennen is deze van beneficiarius van O.L. Vrouw-ter-Potterie, in 1571. Hierbij moest hij waarschijnlijk zijn vroegere kapelanie laten vallenGa naar voetnoot(11). Bij zijn dood (blijkbaar in aug. 1573) was, mobiliën en immobiliën bij mekaar, een uit te delen bezit aanwezig van minstens 650 £ vl., waarvan zowat 408 £ naar zijn oyrs ende aeldynghers gaan, een bedrag dat ergens te weinig is, gezien het gewoonterecht voorhield: ende elc mach... wegh geven het rechte derde deel van al syn deelsaem goet... ende indiender jemandt meer wegh gheeft wordt het selve ghereduceerd tot het derde. Vanden Rijne stipuleert echter gheene murmuratie nochte contradictie te willen maeken jeghens dit zijn testamente ende uyterste wille als of de legaten daerinne ghelegateert te groot en excessif waeren... zijn achtergelaten goede- | |
[pagina 162]
| |
ren, welcke hij hemlieden jont, in dancke (te) willen nemen ende in payse ende vrienscap met elcanderen (te) willen leven, zonder eenighe questie teghens elcanderen te nemene om gheen zaeken, up pene van ghefrustreert te zijne van een pondt groot sjaers... tot proffyte vanden aermenGa naar voetnoot(12) Hij zegt bovendien - doch dit is eerder een cliché - dat hij testateur noyt boven de vichtich ponden grooten eens ghehadt heeft van patrimoine; precies patrimoniale leenen waren onvervreemdbaarGa naar voetnoot(13). Bij de aanduiding van zijn erfgenamen krijgen we gegevens, betreffende zijn rechtstreekse familie. In tegenstelling met vele confraters had hij, hoewel hij alleen diaken was, geen natuurlijke kinderenGa naar voetnoot(14); zijn dienstmeid (joncwijf), Naenken Wulfius, erft overigens slechts 10 sch. gr. Zijn erfgenamen zijn vooreerst de vier kinderen van zijn reeds overleden broer Jacques: Donaes vanden Rijne, een alleenstaande Margriete v.d. Rijne, en twee andere zusters gehuwd, met resp. Pauwels Snouck en Jacques Gryp. Zowel Donaes als Snouck en Gryp hebben uit hun huwelijk elk drie reeds gehuwde kinderen op wie rechtstreeks een lijfrente wordt gezet van 1£ vl. per jaar; de vier nakomelingen van zijn broer Jacques zelf krijgen elk een lijfrente van 4 £ 2 sch. 6 den. gr. De overige begunstigden - in geld - zijn vooreerst den aermen huusweecken, houde ende cranck persoonen die een rente van 6 £ per jaar aan zich besteed zien, naar het voorbeeld van de fundatie van de kanunnik Fr. Fiers, en met dezelfde executeurs als in deze fundatie aangeduid (o.m. F. Cordier). Ook de kynderen ten bogaerde ende meyskens inde ezelstraete krijgen elk een rente van 10 sch.; de aermen ghevangenen dezer stede in de doncker camere krijgen jaarlijks 1 £ gr., terwijl op de uitvaart zelf aan de armen éénmalig 3 £ aan brood wordt uitgedeeld, aan de zieke aerme huusweecken 2 £, en aan zijn oud-studen- | |
[pagina 163]
| |
ten priesters - zo religieuzen ofte werlicke - 5 £ 10 sch gr. De hogervermelde renten zullen, even goed als de lijfrenten, genomen worden op zijn goedynghen, meuble ende ommueble, huusen, renten, cleederen, juweelen ende cateil. Hij begeert echter datmen alle de barninghe, turven, houdt, item cousen, schoen ende henden die zich bij zijn overlijden in zijn huis zullen bevinden, zullen worden uitgedeeld naer de zes wekenGa naar voetnoot(15). Daarnaast volgt voor een totaal bedrag van zowat 6 £ vl. een kwijtschelding van schulden o.m. aan de zangmeester van Sint-Jacob, Gerard Obrecht; voor een nog iets hoger bedrag doet hij schenkingen aan vrienden en collega's, terwijl ook een reeks uitgebreide stipulaties worden voorzien inzake zijn uitvaart. Cornelis v.d. Rijne wordt niet begraven inde ghemeene sepulture vanden capellanen doch inden ommeganck buuten kerke, na een vigilie, commendatie ende messe inden choor te synghene, achtervolghende tmiddel gheluut. Hij sticht geen kapelanie op zijn graf, hoewel hij in 1568 reeds een Missa de Spina had gefundeerdGa naar voetnoot(16), doch laat een jaer lanck gheduerende drie messen te weke doen, smaendachs de Trinitatie swoensdachs de Domina ende svrijdachs de passione domini met een de profundis te graeve gaende. Hiervoor is een bedrag van 4 £ 11 sch. gr. uitgetrokken, en E. Basset sanctuarie clerck, wordt er titularis van, een vriend ook van Hellinc, die daarnaast nog 1 £ krijgt, om een ghedinckenesse daermede te coopen. Bovendien laat hij, wellicht aan de Potterie, ook een tabula sculptilis achterGa naar voetnoot(17). | |
[pagina 164]
| |
Wat Vanden Rijnes boekenbezit betreft, alleen ‘vakwerken’ komen in zijn nalatenschap voor: hij schenkt de kynderen die binnen zynen huuse met hem wuenen alle dablatuer ende musyck boucken die hy heeft om die onder elcanderen te deelenGa naar voetnoot(18). Aan kunst- en zilverwerk is Vanden Rijne niet rijk. Hij schenkt wel aan zijn meest opportune vriend W. Vrombout, de waard inden blenden ezele (het lokaal waar de socii de musica hun recepties houden) en die hij medeëxecuteur van zijn testament benoemde: zin beelde die voor tcafcoen hangt inde eetcamere: onsen heere met de doorne croone, ende is verlichterye ghemaect by meester Simon, dwelc is een seer costlic stic. Heel duidelijk gaat het hier om een miniatuur van S. Benning, terwijl precies deze afbeelding verwijst naar zijn fundatie van een Missa de SpinaGa naar voetnoot(19). Hij insisteert daarnaast op een gift van zijn drinkbeker aan de ons niet nader bekende Lowijs Inghelmont: zyn nuete met den clauwe die bezelvert is metten dexele.Ga naar voetnoot(20). De weduwe van de boekhandelaar Antheunis de Tollenaere, die overleed 1572 en hem testamentair een gouden penninc (gheheeten een lancrock) schonk, krijgt deze penning terug samen met een ste Christoffels beeldeken tveste. Zijn opvolger als torreclerck François Aernouts, alias Zeghers krijgt testateurs kiste staende inden keldere ste donaes, ende een steenen kanneken met een zelveren dexeleGa naar voetnoot(21). De laatste naam die tenslotte nog voorkomt is Cornelis Houtemans, - wellicht familie aan Mark, de organist van Sint-Jakob, 1553-54, wiens drie zusters Calleken, Betken ende Neelken elk 10 sch. krijgen. Als executeurs treden op de hogervernoemde Willem Vrombout, naast | |
[pagina 165]
| |
de grootcanter († 1596) L. Vander Muelene en de griffier van het Proossche Jan Wyts.
Tot besluit hadden wij graag volgende conclusie: het financieel eindresultaat van Cornelis v.d. Rijne (daarvan afgetrokken de 50 £ vl. patrimoine) minimum zowat 600 £ vl., is een opgespaarde samengestelde jaarwedde over 23 jaar, wat ofwel aan bijzonder zuinigheid ofwel aan bijzonder ‘beste renten’ ofwel aan zijn kostgangers is toe te schrijven. De testamentaire bepalingen ten voordele van de armen, zieken en gevangenen zijn in die mate een cliché dat ze ook alle zowat voorkomen bvb. in het testament van G. Bachusius uit 1569. Het zou interressant zijn te onderzoeken vanaf welk ogenblik dergelijke bepalingen testamentair te Brugge voorkomen en of de studie van Vives betreffende Den Secours aen den aermen daar voor iets tussenzit. Bovendien moet precies deze ‘stedelijke’ armenzorg ook toelaten dat de limiet voor schenkingen, naast deze aan de wettelijke oyrs, overschreden kon worden. Tot slot: van Vanden Rijne zijn ons geen composities bekend, hij trad niet op als muziekscriptor, en evenmin weten wij hoe zijn werk als organist werd geapprecieerd. Op financieel vlak althans was de jaarwedde uiterst rampzalig zodat de organist werkelijk met aerbeyt, neersticheyt ende industrie moest bijverdienen om fatsoenlijk zijn leven te verdienenGa naar voetnoot(22). Een fraai voorbeeld van zijn relaties met de ouders van bvb. zijn Studenten, biedt de volgende brief (in Bijlage) waarin vader van Rijckeghem uit Sluis verzoekt dat zijn zoon Bas- | |
[pagina 166]
| |
tiaen moge komen deelnemen aan een bruiloft te Zuiddorpe bij Axel in ‘Utrechtsch Vlaenderen’.
a. dewitte | |
Bijlage
| |
[Tekst van de brief]Anden heersamen meester cornelis vanden Rine, |
|