Biekorf. Jaargang 72
(1971)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
De processie van het Heilig Kruis te Damme
| |
[pagina 76]
| |
ook het H. Sacrament omgedragen worden, zodat de processie niet meer zal worden gesplitst. Om niet met schuiten over de vaart te moeten, diende een scheepsbrug gemaakt. Dit laatste punt was echter op 21 juni, daags na het bisschoppelijk bezoek, niet weergehouden geworden door de burgemeesters en schepenen; ze besloten immers de ommegang te laten gebeuren ‘rontom de vesten, als van oude tijden overgheset wordende het miraculeus beelt over het water als ordinaire’. Maar ook met de kleine berrie waren alle moeilijkheden niet van de baan: volkse taferelen speelden zich verder af rondom het Kruis waarheen zieken en bezetenen op bedevaart kwamen. In een verslag uit 1790 werd als een voorbeeld uit honderd aangehaald, dat toen nog in leven zijnde personen konden getuigen, dat omstreeks 1763 ‘... sij op den derden sondagh van julij wesende kermisse, in de kercke tot Damme sijnde, alwaer het mirakuleus belt op sijne berie uytstont, ontrent de consecratie van de misse, sulckdaenigh geroep ende gehuijl op stont, dat gheheel de kercke in roeren stont; dat dit gehuijl veroorsaeckt wiert door eene pretense besete vrouws-persoon, ende dat d'omstaenders siende haere contorsien en geweldigheden haer hadden op genoemen en met het achterste gedompelt in het groot gewijtwaetervat segghende dat de duijvelinne alsoo moeste gecoult worden.’ Aan de traditionele verering en processie werd de genadeslag toegebracht toen, op 4 juli 1778, bisschop F. Brenart verbood het Kruis nog van het altaar af te nemen, uit te stellen en in de processie rond te dragenGa naar voetnoot(2). Luc Devliegher | |
Bijlage. - Verslag van pastoor Herby.
| |
[pagina 77]
| |
een heijligdom naer huijs draeght. Dusdanige devotien gedeuren door de geheele novene.
s' Anderdaegs ten 10 uren de hoogmisse; onder die pleegde men de cruijsdraegers, deurgaens gekleet als marmitons, met alle het gespuijs te laeten offeren; hetwelcke het voorlede jaer voor eerst is achtergelaeten. Het offertorium gedaen zijnde, wort de groote berrie, daer het Cruijs jngeplant is, en wel 50 à 60 menschen opsitten, door de cruijsdraegers, die het meeste part zijn visschers van Blanckenberge, uijt de kercke gedraegen met sulck een geraes en getier, dat het gepasseerde jaer noch orgelspel noch musicanten jn 't minste conden van den celebrant en assistenten gehoort worden. Geheel dat gespuijs gaende alsoo eene belaggelijcke processie op hun selven, wort het Cruijs met alle sijn geloop van miserabele en besetene, niet sonder gevaer tot tweemael toe met een schip over de vaert geset. Men pleegde ook aen de besetene, niettegenstaende somwijlen alle hun gemaeckte tegenspartelingen, voor dat se met het Cruijs uijtgingen, uijt te reijcken de h. Communie. Die soo geseijde besetene, altijt zijnde vrouwspersoonen, worden jn de kercke en ommeganck geleijt van jonge gasten niet sonder groote ontstichtinge oock van de oncatholijcken, die uijt de bijliggende plaetsen op dien dagh niet en ontbreecken. Desen beschreven hoop zijnde op de marche, den celebrant blijvende met weenig volck jn de kercke, gaet voort jn sijnen dienst. Die gedaen zijnde, wort er een andere processie gedregen met het Venerabel volgende de eerste niet met een schip over het water, maer langs de brughskens. Het Cruijs eerst zijnde op de merckt, blijft daer verwachten het Venerabel, om te ontfangen de Benedictie, daernaer zijnde jn de kerck getreden met noch grooter getier als jn 't uijtgaen, sonder opsicht te nemen op het Venerabel, treckt men de besetene met gewelt naer den Cruijsautaer, om die te doen cussen.
Jn de lesten dagh van de novene wort het Cruijs van de plaetse, alwaer het de 9 dagen gestaen heeft, met de groote berrie opgenomen van alle soorten van vrouwvolck, het meeste part zijnde bedelaressen van Brugghe en door hun gedraegen tot aen den autaer, van waer het gelicht wort uijt de berrie door pastoir en cappellemeesters, en geset op sijne gewoonelijcke plaetse, onder het singen van den lofsangh Vexilla regis prodeunt etc. Eijndelijck welcke solemniteijt gesloten wort met den Te Deum laudamus etc. De plackbrieven worden uijtgegeven op St-Jansdagh. Subscripti intentio, salva meliori, quod reformationem, haec est: ut fulcra quibus crux ilia jmponitur solito sint altiora, ne crux possit attingi, et jn processione, finita missa, cum feretro minore et commodiore a 4 aut 6 portetur sacerdotibus. Celebrans sine venerabili praecedet, magistratus sequatur, turba energumenorum, jnfirmorum etc vel ante vel retro. Haec reformatio eo facilius executioni mandanda quo plurimum speretur de assistentia Brachij saecularis per modernum commendatorem D. de Tax qui desideratis acquiescet facillime. Nic. Herby, pastor Dammensis. |
|