Biekorf. Jaargang 71
(1970)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 153]
| |
Dokter Paret van HandzameCamille Paret werd geboren te Lichtervelde op 8 december 1843. Zijn vader François Paret was toen 26 jaar oud, linnenkoopman van beroep, en afkomstig uit Emelgem. Zijn moeder heette Amelie Van Overschelde, was toen 28 jaar oud en geboren te Lichtervelde. Vader Paret was waarschijnlijk ingetrouwd te Lichtervelde, en zal ongetwijfeld, genealogisch bezien, onder te brengen zijn in de welbekende familie Paret, die nu nog naam en faam heeft in de streek van Izegem. De man stierf vroeg en zijn weduwe hertrouwde met een zekere Felix Alvoet. In augustus 1851 vertrokken de gebroeders Gustaaf en Camille Paret met hun ouders van Lichtervelde naar Tielt. Gustaaf Paret, broer van Camille, is later naar Izegem, bakermat van de familie, teruggekeerd. Camille trok andere wegen op. Hij werd geneesheer en ging zich vestigen te Handzame bij Diksmuide. Inmiddels was Camille Paret gehuwd met Leonie Poupeler, in 1847 geboren te Elsene bij Brussel, dochter van Pieter Poupeler, overleden te Vilvoorde, en van Henriette Vanentsem, overleden te Leuven. Madame Paret-Poupeler was naar het schijnt meer bedreven in de franse taal dan in de vlaamse, zodat er zelfs wel eens wordt beweerd dat sommige franstalige werken van haar man eigenlijk uit haar pen zouden gekomen zijn. In het gezin Paret-Poupeler waren verscheidene kinderen, ondermeer een zoon Robert, die in 1896 kandidaat-deurwaarder was. Dokter Paret was alleszins in 1877 reeds gevestigd te Handzame, daar er in dit jaar in deze gemeente een kind van hem werd geboren, en daar in zijn oudstbekende werk achteraan gedrukt staat: ‘L'auteur; Handzaeme (Fl. Occ.), avril 1877’. Handzame was in de oude tijd een gemeente waar er zekere literaire tradities levendig waren. In 1779 schreef koster Jan-Frans Vergote van Handzame een rederijkersspel in verzenGa naar voetnoot(1). Op 11 oktober 1876 overleed te Handzame Pieter-Jozef-Victor Raes, geneesheer, die geboren te Beveren (Roeselare) in 1837, o.m. voorzitter was van de maatschappij van Sint-Cecilia te Handzame, en lid van ‘Met Tijd en Vlijt’ te Leuven. Het is goed mogelijk, om niet te zeggen zeker, dat dokter Paret, die we voor het eerst in 1877 te Handzame zien opduiken, de opvolger was van de toen pas overleden Dr. Raes. | |
[pagina 154]
| |
In april 1877 liet Camille Paret een ‘tragédie nationale en vers’ verschijnen te Brussel bij Windels (Rue d'Artois 32), namelijk ‘Philippe d'Artevelde’, een toneeldrama ‘en 5 actes et 7 tableaux, avec apothéose’. Het stuk was opgedragen aan de stad Gent en telde 97 bladzijden. Het boekje, een goedkope uitgave met roze kaft, meet 18 × 12.50 cm en is zeer zeldzaam geworden. Slechts in een paar grotere bibliotheken is het voorhanden. Mijn exemplaar draagt de handtekening van Dr. Paret en werd opgedragen aan mijn grootvader Pieter Van Acker, landbouwer en burgemeester te Bovekerke, waar Dr. Paret huisdokter en vriend van den huize was. Bij een vluchtige lezing van dit drama van Dr. Paret valt het op dat de auteur zeer vloeiend frans schrijft en dat hij, misschien ook nog door de invloed van zijn vrouw, zeer vertrouwd was met de franse taal. Hier en daar staan voetnoten gedrukt in het werkje, die erop wijzen dat Paret op de hoogte was van de grote historische publicaties van het moment. Zo staan verwijzingen opgegeven naar Gilliodts (Etudes sur l'histoire de la Belgique), Meyerus, Despars, Kervyn (Histoire de Flandre), Heremans (Dichterhalle) en Delepierre (Légendes des Flandres). De verwijzing naar historische werken gebeurt om bepaalde voorstellingen te commentariëren. Soms veroorlooft de auteur zich een toneelkundige vrijheid tegenover de gangbare gegevens der historische literatuur. Telkens wordt dan, met behulp van een citaat uit een historisch werk, uitdrukkelijk gezegd dat het wel anders gebeurd is, maar dat omwille van de loop van het drama licht wordt afgeweken van de historische waarheid. Alleen de apotheose doet een beetje lachwekkend aan. Alles in één enkel toneel stelt de auteur naast mekaar de Maagd van Gent, Filips en Jacob van Artevelde, Leopold I en andere figuren. ‘Les Flamands vaincus, abattus, à genoux autour du cadavre de leur chef, à la vue de la Vierge de Gand, relèvent fiers la tête, ils ont l'espoir de l'avenir. Les Français, quoique vainqueurs, à la vue de cette Vierge si majestueuse et si triste, courbent la tête avec respect. Le jeune roi Charles VI plie un genou et Louis de Male, honteux, se cache la figure; la Vierge darde sur lui un regard d'un écrasant mépris. Ces deux groupes doivent par leur contraste moral faire un effet saisissant’. Dr. Paret kon er dus niet toe besluiten Filips van Artevelde, de held van het stuk, reddeloos en definitief naar zijn ondergang te leiden, zonder te eindigen met de Vlamingen de hoop in de toekomst te geven. Ziehier hoe hij trouwens zijn apotheose opvat: ‘L'apothéose doit par son effet diminuer l'impression pénible que produit sur un public patriotique le dénoûment fatal de cette tragédie nationale, elle doit même la faire disparaître’. | |
[pagina 155]
| |
In een eindnota tenslotte herhaalt de auteur nogmaals dat hij zeer goed weet dat sommige voorstellingen van de feiten in zijn stuk niet met de historische waarheid overeenstemmen, maar dat hij zich deze vrijheid veroorloofde om zijn drama vlot in mekaar te steken.
Een ander werk van Dr. Paret was ‘La Grève des Houilleurs, drame en 3 acces et 4 tableaux’, uitgegeven in 1880 te Charleroi (imprimerie G. Vekeman, Rue de Marcinelle 75) en te Handzame ‘chez l'auteur Dr. C. Paret’. Het betreft hier een boekje met donkerblauwe kaft van ongeveer dezelfde afmetingen als het vorige, 79 blz. groot, ‘dédié à Monsieur le chevalier Ch. de Coninck de Merckem, sénateur de l'Arrondissement de Dixmude’. ‘La scène se passe dans un populeux village des environs de Charleroi, en nov. et déc. 1875’. Een sociaal drama dus in de woelige jaren van stakingen en beroeringen in de Borinage. En wellicht bedoeld als tegenvergif tegen de sociale agitatie die toen het land opschrikte. De uitgever was trouwens iemand uit Charleroi. De tekst in proza geeft de ondergang weer van een goede en voorbeeldige mijnwerker, Jean Briom, die zich laat meeslepen in de sociale woelingen en aldus het einde van zijn gezin en van hemzelf bewerkt. De tekst is even vlot als in het eerste toneelstuk, maar is nog meer sentimenteel en tranerig. Het was er de auteur blijkbaar om te doen effect te bereiken en de staking, oorzaak van alle kwaad, als een verderfelijk en misdadig iets te brandmerken. Ook dit werkje is uiterst zeldzaam. Ik bezit het exemplaar dat toebehoorde aan mijn grootvader, maar buiten dit is mij voorlopig geen enkel ander exemplaar van ‘La Grève des Houilleurs’ bekendGa naar voetnoot(2). Werden de stukken van Dr. Paret ooit opgevoerd? Heel zeker. De Sint-Lutgardisgilde van Torhout heeft in 1895 in de landelijke toneelwedstrijd te Menen de eerste prijs behaald in de categorie drama's met ‘De Werkstaking der Koolgravers’ van Dr. Paret. Waarschijnlijk zal iemand het oorspronkelijk werk dat in het frans werd gedrukt, vertaald hebben en werd het stuk dan door Torhout gepeeld op het handschrift van de nederlandse | |
[pagina 156]
| |
vertaling. Er is ons immers geen spoor van een gedrukt nederlandstalig werk van Dr. Paret bekend.
Indien het waar is dat de werken van dokter Paret bij ons slechts werden gespeeld aan de hand van een handschriftelijke vertaling, dan kan misschien hierin de uitleg worden gevonden dat de naam van dokter Camille Paret als toneelauteur geheel vergeten is. In dezelfde Sint-Lutgardisgilde van Torhout, waarvan Dr. Paret erevoorzitter was, werd in 1894 een stuk van hem opgevoerd, getiteld ‘Laurens Coster’. Hij zelf regisseerde de opvoering van dit stuk. Van dit werk is niets anders bekend dan deze ene vermeldingGa naar voetnoot(3). Het is dus niet geweten of ‘Laurens Coster’ in het frans verscheen en of de tekst die te Torhout werd opgevoerd een vertaling was, ofwel een originele nederlandse tekst. Het is in feite niet uitgesloten dat dit stuk alleen in handschrift bestond en opzettelijk door de dokter werd neergeschreven voor de toneelgilde waarvoor hij blijkbaar een voorliefde scheen te bezitten. Op mondelinge overleveringGa naar voetnoot(4) steunt de bewering als zou Dr. Paret nog een vierde werk hebben geschreven, namelijk ‘Trompé mais fidèle’. Er wordt zelfs beweerd dat mevrouw Paret hiervan eigenlijk de ware auteur zou zijn. In ‘De Flikkerman’, een (liberaal) kiesgazetje van TorhoutGa naar voetnoot(5), dd. 30 juni 1894, staat tenslotte volgende aanval op bepaalde leden van de (katholiek) Sint-Lutgardisgilde van Torhout: ‘... zingen en tieren onder het begraven van Graaf Hapken, dat geheel de Statiestraat overeind stond. Men zou moeten trotsch zijn, hé, in zulke treffelijke sociëteit gezien te worden en Dokter Paret heeft zich zeker nooit verbeeld dat eenige zijner rollen door zulke nieuwmarkters vervuld wierden’. Deze passage, genaamtekend ‘Bertje uit het Kommerekot’ kan misschien verwijzen naar een toneelstuk over Boudewijn Hapken, een legendarische figuur in de historie van Torhout en de streek, opgesteld door Dr. Paret. Alle verdere details hierover ontbreken echter. Hiermee weten we ook dat Dr. Paret thuishoorde in het katholieke kamp van de dorpspolitiek. Nochtans zou de dood van Dr. Paret een enigszins storende indruk verwekken. Camille Paret overleed immers schielijk te Gent op 1 maart 1897, | |
[pagina 157]
| |
vastenavond, op een gemaskerd bal, waar hij naartoe getrokken was met zijn dochter Hélène. Zijn vrouw was het jaar voordien te Handzame overleden. Alhoewel Dr. Paret voorzitter was te Handzame van het katholiek schoolcomiteit, en dit in de jaren van de schoolstrijd 1879-83 zeker geen sinecure of een eretitel zonder meer kan geweest zijn, is het bidprentje van Dr. Paret opvallend neutraal en nietszeggend opgesteld. De omstandigheden van zijn dood zijn hier zeker niet vreemd aan geweest. Wat er van zijn familie is geworden, is zelfs te Handzame niet meer geweten. De oorlog 1914-18 heeft de laatste getuigenissen over een dokter, die ook in de dagelijkse omgang een beminnelijk mens en een beoefenaar van de kristelijke naastenliefde was geweest, volledig uitgewist. De eigenaardige figuur van de verzenschrijvende dokter is dus geheel vergeten. Het was zeker geen fout zulke merkwaardige man even uit de vergetelheid te halen. In de vorige eeuw telde West-Vlaanderen een hele rij geneesheren, die op allerlei gebied van cultuur, kunst en wetenschap verre boven de middelmaat uitsteken en elk op zichzelf interessante koppen zijn. Zulke man was ongetwijfeld ook dokter Camille Paret van Handzame. L. Van Acker |
|