Biekorf. Jaargang 71
(1970)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
[Nummer 3-4]Legenden rond aartshertogin Isabella en het beleg van Oostende
| |
[pagina 66]
| |
Die anekdote van begin 1800 is een schlager geworden Vooral na 1830, toen de Aartshertogen in onze nationale geschiedenis werden geïntegreerd. Heden nog wordt die pittoreske gelofte van Isabella gaarne aangehaald om de lange duur van het beleg van Oostende te illustreren. En om de kleurnaam uit te leggen. De wetenschappelijke etymologie heeft intussen, op grond van historische dokumenten, aartshertogin Isabella en Oostende definitief uitgeschakeld. Wel wordt de afleiding kleurnaam > persoonsnaam algemeen behouden. De nieuwe naamdraagster die ervoor wordt ingezet is niemand minder dan de betovergrootmoeder van de aartshertogin, met name Isabella de Katholieke (alias Isabella van Kastilië), echtgenote van Ferdinand van Aragon. De naam van deze Isabella is historisch verbonden met de verdrijving van de Moren uit Spanje en de inneming van Granada in 1492. Bij het beleg van deze laatste Moorse stad zou koningin Isabella, die de eerste tocht van Columbus heeft gefinancierd, ook de gelofte hebben gedaan zich niet te verschonen totdat Granada gevallen was. Het beleg duurde negen maanden: genoeg om haar hemd de kleur te geven die alleen met haar doorluchtige naam kon worden uitgedrukt...
Etymologie en legende zijn, men hoort het, in heel dat izabel-geval ten nauwste verbonden. De ontwikkelingsgang van de legende kunnen we al volgt samenvatten. Vóór 1800 is de anekdote Isabella-Oostende volstrekt onbekend, hoewel er over het beleg van Oostende - het beruchte ‘Nieuwe Troye’ - een overvloedige eigentijdse literatuur bestaatGa naar voetnoot(1). Opmerkelijk is ook dat die anekdote bij haar eerste verschijnen de verklaring van de kleurnaam inhoudt. De eerste verteller van de ‘Oostendse’ anekdote is de Engelse historicus en publicist Isaac D'Israeli (1766-1848) in het in 1817 gepubliceerde en in 1823 herdrukte deel III van zijn Curiosities of LiteratureGa naar voetnoot(2). Het dubbeltje gaat aan 't rollen. In 1829 deelt A. Dinaux van Valenciennes de anekdote mede in zijn Archives du Nord (I 236). De bewerkers van de 8e uitgave (Rijsel 1832) van het Dictionnaire Historique van de Feller hebben de anekdote van Isabella-Oostende in de biografie van de Aaartshertogin tussen haakjes bijgevoegd. Ze voegen | |
[pagina 67]
| |
er echter aan toe dat die hemdhistorie ook in de Spaanse traditie van koningin Isabella voorkomtGa naar voetnoot(3). Wanneer Wolf in 1843 de Oostendse sage van de ‘Isabellenfarbe’ uit de volksmond (‘mundlich’) optekent, horen we in zijn versie niets meer dan de weerklank van de literaire anekdoteGa naar voetnoot(4). Gedurende de volgende jaren verovert de legende haar passende plaats in de toponymie van Oostende: immers de herberg Prins Albertus ofte Albertus en Isabella in het aanpalende Mariakerke is een getuige van de dure eed van de vorstin, men toont er de kamer waar Isabella de hemdgelofte heeft uitgesproken... Zo leert ons in 1861 Eugène Bochart in zijn zeldzaam repertorium van de straten van OostendeGa naar voetnoot(5). Als eerste en brutale spelbreker van die Oostendse geluksdroom doemt de grote Littré op, die anno 1883 bij, de behandeling van de kleurnaam isabelle de anekdote van de aartshertogin aanhaalt om ze als een waardeloze ‘historiette’ te verwerpen. Inmiddels had reeds in 1839 Florian Frocheur een originele versie gepubliceerd die misschien was uitgedacht om het wat triviale hemd van de vorstin der Nederlanden te vervangen door haar nobeler paard. In het Museum van Brussel staat vanaf 1838 het opgezette paard ten toon dat door de aartshertogin werd bereden bij het beleg van Oostende en bij haar intrede in Brussel. Een andalusisch paard, eigenlijk het paard ‘qui, par sa nuance, a donné le nom à la couleur Isabelle’. Dit paard droeg weleer een zadel dat versierd was met diamanten en robijnen voor een waarde van 200.000 florijn. Aldus FrocheurGa naar voetnoot(6). Dit tastbare izabelkleurig museum-paard van de vorstin heeft het sukses van haar literaire hemd niet kunnen aantasten. De archeologie was alstoen verreweg de mindere van de literatuur.Ga naar voetnoot(7) | |
[pagina 68]
| |
En toch zijn het archeologen die in 1887 Isabella van Oostende als etymologisch onbruikbaar hebben afgedankt. Uit archiefteksten, door Gay en Havard bovengehaald, blijkt immers dat kleerstoffen in couleur d'isabelle in de handel waren in 1595, d.i. vijf jaar vóór de aankomst van Isabella in de Nederlanden en zeven jaar vóór het begin van het beleg van Oostende. De kleurnaam isabelle is reeds een erkende naam in de jaren 1590; teksten betr. kleerstoffen en klederen in couleur isabelle uit 1607-1609 komen de opgang bevestigen van een modekleur die tot 1640 zal aan bod blijvenGa naar voetnoot(8). Gay, de grote archeoloog van Bourges, en Havard, zijn Parijse kollega, ‘restitueerden’ welgemeend aan koningin Isabella van Kastilië hetgeen ze aan de kleindochter van haar grote kleinzoon, Keizer Karel van Habsburg, hadden ontnomen. Het hemd uit de etymologiserende anekdote werd verplaatst in de tijd naar 1492, in de ruimte naar Granada. Deze noodoplossing wordt in de bekende Franse etymologische woordenboeken van W. von Wartburg (1952; FEW IV 818) en Dauzat2 (1969) overgenomen. De Engelse lexikografie kwam in 1901 de vaststelling van Gay en Havard bevestigen. Onder het trefwoord isabel in het grote Oxford Dictionary (V 499) maakte Murray een tekst bekend waaruit blijkt dat koningin Elisabeth van Engeland reeds in het jaar 1600 een kleed in Isabella-colour droegGa naar voetnoot(9). Murray, en na hem Brewer, konstateren de onhoudbaarheid van de Oostendse anekdote en nemen hun toevlucht tot de Isabella van Granada om de kleurnaam thuis te brengen. Met een zekere aarzeling, die nog in 1966 door Prof. Onions zal worden gedeeldGa naar voetnoot(10). Bij ons was Edward Vlietinck, de onvolprezen geschiedschrijver van Oostende, de eerste die, in 1897, de anekdote van de Isabellakleur in verband met zijn stad als een legende bestempeldeGa naar voetnoot(11). In feite denkt hij hetgeen zijn stadsgenoot | |
[pagina 69]
| |
Prof. Vercoullie in 1925, onomwonden zal uitspreken: dat de anekdote van de hemdgelofte werd uitgevonden om de kleurnaam uit te leggenGa naar voetnoot(12). De redakteuren van het Woordenboek Ned. Taal (VI 2262) halen in 1912 de Oostendse overlevering aan, doch met een kritische verwijzing naar de Isabella colour uit 1600 (in Oxford Dictionary, boven aangehaald). Bij Franck-van Wijk (1912) is dit gegeven nog niet opgenomen. In zijn verdienstelijke bundel ‘Vijf glanspunten uit de geschiedenis van Oostende’ (1962) geeft Ary Sleeks (K. Seys) een uitvoerige beschrijving van het beleg. Zoals Vlietinck noemt hij de gelofte van de aartshertogin een legende, echter met de onvoorzichtige kommentaar dat die legende ‘het ontstaan heeft bezorgd aan la couleur Isabelle’.
Uit de late 16e-eeuwse (en etymologisch nog niet verklaarde) kleurnaam ‘couleur isabelle’ is gedurende de Romantiek de legende van de aartshertogin en haar Oostendse gelofte geboren. Die legende is uitgesproken etymologiserend. De anekdote vindt aanvankelijk een dankbaar gehoor in de (romantische) geschiedschrijving en filologie. Totdat meer licht opging uit Franse en Engelse archiefteksten. Alleen de Duitse filologen bleven met hun ‘Isabellafarbe’ bij de Oostendse Isabella stagnerenGa naar voetnoot(13). Literair bekeken is de legende natuurlijk aantrekkelijker en poëtischer dan de filologie. De legende heeft haar eigen bestaan en bestaansrecht. In het leesboek ‘Vlaanderen-Volkskundig leesboek voor de lagere scholen’, uitgegeven te Groningen in 1931, levert de Isabellakleur de stof voor een (niet al te gelukkige) fantasie van vijf bladzijden op de Oostendse gelofte van Isabella. Dit anonieme kortverhaal is geïllustreerd met twee houtsneden van Fr. CantréGa naar voetnoot(14). Het sakrale van Isabella's gelofte moet Michel de Ghelderode hebben aangetrokken. In een kort artikel over het beleg van Oostende, verschenen in 1949, schijnt hij te prelude- | |
[pagina 70]
| |
ren tot ergens een dramatische uitbeelding van het temaGa naar voetnoot(15) De aartshertogin doet haar ‘zonderlinge en gewaagde’ gelofte in het paleis te Brussel. Wanneer ze ‘drie jaar en drie maanden later’ de gevallen stad gaat bezoeken, dankt ze de hemel omdat ze eindelijk van hemd mag veranderen. Haar entourage heeft dan de onbepaalbare kleur van het magische linnen ‘couleur Isabelle’ genoemd, uit hoffelijkheid en verering voor de vorstin. Tot zover de voorstelling van de Ghelderode. De Oostendse anekdote zou zelfs in onze dagen opstijgen naar de wereld van het sprookje. In 1968 verscheen te Londen het werk van Grant Uden: A Dictionary of Chivalry. Op blz. 131 van dit door Pauline Baynes prachtig geïllustreerde boek prijkt Isabella in woord en in kleurprent, en rnet het passende tikje humor dat bij haar legendarische gelofte behoort.
Een element uit onze 19e-eeuwse Oostendse anekdote verdient nog een bijzondere vermelding. Het beleg van Oostende heeft feitelijk geduurd van 5 juni 1601 tot 20 september 1604, d.i. een duur van drie jaar en drie-en-half maand. In de geschiedschrijving van het beleg wordt de duur gewoonlijk afgerond op drie jaar ofwel op drie jaar en drie maand. Bruzen la Martinière stelde echter reeds vast in 1736 dat sommige auteurs ‘op belachelijke wijze’ het getal drie gingen aandikken en schreven van ‘drie jaar, drie maanden en drie dagen’Ga naar voetnoot(16). De anekdote heeft meestal een van deze kronologische varianten overgenomen. Enkele auteurs vinden echter die duur voor de hemdgelofte al te lang en reduceren Isabella's experiment tot 8 maanden (1829), terwijl een jongere versie uit 1896 weet te zeggen dat Isabella haar gelofte heeft gedaan op het einde van het derde jaar en aldus wat schappelijker het hemd ononderbroken heeft gedragen gedurende drie maanden en drie dagenGa naar voetnoot(17). De kleurnaam isabelle - voor het eerst vastgesteld ih 1595 - is tot op heden bekend gebleven in het frans en het engels, het duits en het deens, het spaans, italiaans en portugees. Oorspronkelijk gezegd van kleerstoffen (serge, satijn, fluweel) wordt de term overgedragen op het paard. Het izabelpaard is bleekgeel, bijna wit, duidelijk geel echter in manen en in staart; het is zwart getekend aan de voeten en heeft dikwijls een donkere streep over de rug en schoudersGa naar voetnoot(18). De kleurnaam is doorgedrongen in de plant- en dierkunde: | |
[pagina 71]
| |
sommige vogels, vissen en schelpen dragen die kleurnaam, voor Amerika noemt Webster (1966) zelfs een mooie Isabella vlinder (Isia Isabella). De bloemisterij legde ook beslag op de naam. In een Delfts Tulpenboek uit de eeuw van de tulpomanie (ca. 1670) wordt een Isabella-tulp afgebeeldGa naar voetnoot(19). Het laatste woord komt hier echter toe aan onze vogelliefhebbers. Een spiegel van de huidige welvaart is o.m. de bloeiende hobby van de kanariekweek. En de taalverrijking in de daarbij behorende kleurnamen. De Tentoonstelling van kleur- en siervogels te Brugge in 1957 bood aan de bezoeker een merkwaardige kollektie kanaries in de volgende izabel-gamma (beschreven in de gedrukte kataloog): goudizabel, zilverizabel, oranje-, oranjerood-, roodizabel en roodizabel schimmel... Deze vitaliteit van de kleurnaam is een waarborg te meer voor het voortleven van de populaire legende van Isabella en het beleg van Oostende. A. Viaene | |
Bijlage
|
|