Spreuken en spreekwoorden
Nooit mens en huilde van andermans eksteroge.
Die kuipen wil moet rondgaan.
Ongelijke scheutels maken kwa broers.
'k En betrouwe geen dieven, zei de poester en hij lei zijnen boterham op de balie.
Als g'een peme driekeers rond den boer kunt draaien, hij moet van zijn hof.
Dat gaat te verre, zei Cijs, twee honden hebben en moeten zelve bassen.
Men kan niet weten waar er paling loopt, zei Pier en hij zette zijn net in een wagenslag.