| |
| |
| |
Vraagwinkel
Henricus Spelman
Bij F. van Eeck, drukker ‘bij de Moole Brugge’ te Brugge verscheen in 1790 het werkje: ‘Kort Begryp van een Werk getytelt: Historie en Onheylen der Heiligschendingen, door Henricus Spelman, Ridder’ Vermoedelijk is die auteursnaam een schuilnaam? Onder de Brugse geestelijken en edeldom van die tijd vind ik geen Spelman.
C.B.
| |
Bouvaert - Bouüaert
De naam Bouüaert is, meen ik, een andere grafie voor Bouvaert, een verspreide familienaam. Waar en wanneer is die eigenaardige geaksentueerde vorm in omloop gekomen?
K.V.
| |
Klokkengieterij Drouot
Hebben de Drouots van Doornik nog kerkklokken gegoten en aan westvlaamse kerken geleverd na 1890? Wanneer werd die gieterij stilgelegd?
C.L.
| |
In de Nachtegale
In Brabant was Nachtegaal een zeventiende-eeuwse naam voor een kroeg van dubieuze reputatie. Nachtegaelsgesellen waren vagebonden die van anderen geld afpersten om ermee te gaan fuiven. Heeft de herbergnaam De Nachtegale in het Vlaanderse ooit zo'n ongunstige betekenis gehad?
E.V.B.
| |
Gris de Bruges
De rekening van het Hof te Parijs noemt in 1458 de aankoop van 140 vellen ‘grant gris de Bruges’ om te verwerken in een pelsmantel (Gay I 741). Hoe was de Brugse (dietse) naam van die beste kwaliteit eekhoornbont?
E.N.
| |
Verzameling snuifdozen
De snuifdoos was in de jaren 1700 een luxevoorwerp van de hoge wereld geworden. Wanneer zijn de eerste kollekties van snuifdozen ontstaan? In 1779 werd te Wenen de verzameling van een keizerlijk minister in openbare veiling verkocht, de kataloog ervan zou boven de 2000 stukken hebben geteld. Ook bij ons moeten er verzamelaars geweest zijn, misschien reeds vóór 1800?
C.B.
| |
Heer van Wieze
Wie was de Heer van Wieze die omstreeks 1588 als hoogbaljuw van stad en kasselrij Ieper optreedt?
P.D.
| |
Oude appelnamen
Onze oude appelnamen (15e eeuw) zijn bijna uitsluitend namen op -inc, mv. ingen. Een eigenaardig geval. Die oudtijds bekende soorten zijn: groeninghen, oeghelinghen, rettinghen (voor renettingen?), ook
| |
| |
crolrettinghen, pippinghen (ook puppinghen), stininghen. Wie vult dit lijstje nog aan?
A.V
| |
Groene Jagers
Welke steden in West-Vlaanderen hebben een formatie van ‘Groene Jagers’ gekend? Bestond die reeds vóór 1800? Was het overal een bereden burgerwacht of werd die naam ook door andere formaties gedragen?
M.A
| |
Veurnse Kaas
In een pachtovereenkomst tussen Mgr. de Quynckere en Roelandt de Schynckele die aan het Bisdom Brugge de ‘Balliuage’ van Veurne pacht in 1631 tegen de pachtsom van 25 pond sjaars, komt als bijkomende bepaling ‘50 ponden graen sjaers ende een excellente Veurensche Caes’. Zijn er andere voorbeelden bekend waarin de Veurnse kaas in pachtbrieven vermeld wordt?
J.G.
| |
Rumfordse soep
In Biekorf 1935, 109-110 las ik de mededeling van J.D.H. van Uden over de eerste volk skeukens, de ‘ekonomische Soep-Kokerij’ naar de metode van de Engelse graaf Rumford († 1814). Werd er bij ons ook volkssoep gekookt voor de behoeftigen? ik denk aan de hongerjaren 1847-48. Waar en door wie (officieel of partikulier initiatief)?
J.P.
| |
Snip-snap-snorium
Naam van een oud kaartspel, nog bekend en veel gespeeld in de jaren 1860. Het spel zelf moet nu heel vergeten zijn, leeft echter die eigenaardige naam nog ergens voort?
D.R.
| |
Rijkdom
‘Ze heeft heel haar leven bij de rijkdom gediend’. Geh. te Moerkerke. Met bet. bij kasteelheren. Is ook edeldom met die kolleklieve betekenis in de volkstaal in gebruik geweest?
W.D.
| |
Bromvlieg
Voor de grote bromvlieg (meivlieg) heeft De Bo maneschiter opgetekend. Welke andere benamingen hoort men nog in West-Vlaanderen?
W.D.
|
|