Duiventorens in West-Vlaanderen
De duiventoren van Zuienkerke
Het gejaagde wegverkeer schiet achteloos voorbij het Oosthof te Zuienkerke. Schuw weggedoken achter een lange haag mijmeren oude gebouwen in een stille doch grootse eenzaamheid. Op een honderdtal meter van de aloud bekende herberg ‘De Katterogghe’, links richting Blankenberge, glijdt schuchter een aardeweg doorheen grasland naar het boerenerf. Een grootse bakstenen poort wier silhouet in het water van een stuk walgracht weerspiegeld wordt, houdt de aarzelende voetstap tegen. Doch een scheef hangend open hekkentje wenkt. Dààr ligt een erf als een esplanade, gedeeltelijk omsloten door met steunberen versterkte langgerekte stallingen. Tussen de gebouwen door gluurt een ijzeren hekken dat de toegang tot het erf vanaf de Dullemolenstraat afsluit.
Links, waar eens eenden op de walgracht ronddibberden, gluren vriendelijk gegordijnde vensters van het woonhuis. Verrassend in zijn eenzaamheid heuvelt achter het woonhuis de omwalde mote. En toch straalt nog fierheid uit de ruïnen van het middeleeuws herenhuis die uit de walgracht oprijzen. Karel de Flou in zijn Woordenboek der Toponymie, memoreert de oude glorie van het Oosthof: ‘Sacellum castri nuncupati toosthof sub parochia de Zuwenkerke’.
Een legende van een onderaardse gang naar Ter Doest waart rond de mote...
Midden het erf, met vergetelheid als gezel, torent een oud en vergrijsd duiventorentje.
Vanuit een vierkant grondvlak van 3.40 m bij 3.40 m schieten de hoeken van het bouwwerk schuin naar het zadeldak toe. Het is opvallend hoe stoer de kleine duiventoren zich verheft: de bazis breed en gestuikt, de slanke romp versmallende naar boven toe: als een boer wijdbeens in de aarde geplant, weer en wind trotserend.
Opgebouwd uit bruinrode baksteen van het formaat 20 cm × 10 × 4,5 en 19,5 cm × 8,5 × 4, vertoont de romp nog sporen van vroegere bepleistering met kalkmortel. De oost- en westelijke zijgevels, 76 lagen baksteen hoog (ongeveer 4 m h) schragen een simpel zadeldak, waarvan de zwarte ronde pannen los over de gevels hangen.
De zuidelijke en noordelijke topgevels reiken 33 lagen bak stenen hoger. In het midden van de noordgevel verleent een deur van 0,82 m × 1,54 toegang tot het bakstenen gelijkvloers Het luikje in de deur wijst naar een kippenhok.
Op 50 cm van deze toegang doorbreekt een opening van 0,80 × 0,64 de gevel: de toegang tot de duivenzolder.
In het midden van de topgevel vormen 2 × 3 boven elkaar