Babynen
De volgende plaatsen brengen de term babynen met betekenis: Garen op spoelen winden (bereiden voor het weefgetouw en voor het naaien). Betr. hier linnenweverij.
1527 Kortrijk. - Het slot van de rekening van het Sloenklooster vermeldt de som opgebracht door het handwerk van de zusters ‘te weten met spynnen... met borduerwerke met nayen ende eene van hemlieden wevende ende een babynende seceerende ende drayende...’. Rek. 1527, f. 117v.
1528-1529 Kortrijk. - Gelijkaardige posten luiden: ‘Een suster dier weeft ende een dier sceert ende babbynt ende drayt...’. (1528, f. 131v). ‘Noch ghewonnen met 60 ellen lywaet te weven met spoellers sceerers ende babbynen...’
(1529, f. 146v). Biekorf 1959, 294.
Nota. - Babine, zn., komt als term in de draperie voor te Brugge in 1544. ‘De ketenen... scheeren up tscheereck vichtien pypen ofte habinen... Men zal ghehouden wesen tgaerne wel te minghelen van babyne te babyne’. De Poerek 111 10. Vgl. WNT s.v. bobijn; ofra. bo bine en eng. bobbin (OED 1-2, 959) verschijnen ook eerst in de 1e helft van de 16e e.