Biekorf. Jaargang 68
(1967)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermdDe rijve van O.L.-Vrouw van Halle op rondgang in VlaanderenDe bedevaart naar Halle heeft in het oude bisdom Doornik heel vroeg een belangrijke verspreiding gekend. De bisschopstad Doornik blijkt zelf aan de spits te staan van de verering van ‘Nostre Dame de Haux’, die er omstreeks 1300 reeds een bekende naam is. De lokale St.-Quintenskerk wordt het centrum van de verering: dààr wordt de Confrerie van Halle opgericht in 1409 en de gildebroeders van Doornik dragen in 1412 een mantel (mantiel ou cotte) naar Halle om er het beeld mede te kleden (pour vestir l'image). De Hallebedevaart vanuit Doornik blijft er een van groot formaat heel de 17e eeuw doorGa naar voetnoot(1). De rijve van Halle werd in de Bourgondische tijd ook in pachtgenomen en in het bisdom Doornik rondgedragen door kwesteerders. Zo verschijnt de rijve in 1447-1450 in de parochiekerk (St.-Maartens) van Kortrijk. De bode laat dan telkens een zeker percent van zijn ontvangsten ten goede komen aan de kerkGa naar voetnoot(2). Ook de kerkrekening van Menen boekt in 1455 een bedrag van 3 sc. par. ‘ontfaen vanden bode van Onzer Vrauwen van Halle’Ga naar voetnoot(3). Te Brugge is de rijve in de jaren 1496-1499 jaarlijks present in de St.-Jakobskerk, die dan ook een deel in de offeranden krijgtGa naar voetnoot(4). Op de oudheid van de devotie wijst ook de plaats van Halle | |
[pagina 237]
| |
in de tarieflijsten van de strafbedevaarten. In de lijsten van Gent en Aalst (beide ca. 1430) wordt de afkoop van een bedevaart naar Halle gesteld op 8 sc. par., d.i. 2 schellingen minder dan de bedevaart naar Doornik of RijselGa naar voetnoot(5). Het kapittel van de Kortrijkse kollegiaalkerk zond in 1518 zijn eigen kapitteldeken op strafbedevaart naar Halle, en in de jaren 1521-1564 worden delinquente kapelanen en kosters herhaaldelijk de boetereis naar de Brabantse O.L. Vrouw opgelegdGa naar voetnoot(6).
In franstalige documenten verschijnt de bedevaartplaats als Nostre Dame de Haulx, met allerlei varianten: Hault, Haulz. Haut, Hau. Tot nut van zoeker en lezer laten we hier enkele voorbeelden volgen. Na de slag bij Gaver (1453) laat de hertog de ingeleverde ambachtsbanieren van Gent als een trofee opzenden voor de helft naar O.L. Vrouw van Boulogne, voor de andere helft ‘devant nostre Dame de Haulx’. Guicciardini zal in 1567 spreken van Nostre Dame de Hau, zoals Gazet in 1614 (Hist. ecclés. des Pays-Bas) handelt over ‘l'Image de Nostre-Dame en la villette de Halle ou Haut’Ga naar voetnoot(7). De schepenbank van Rijsel verplicht in 1459 twee poorters tot het doen van ‘le voyage de Nostre Dame de Haulx’. In die stad was een strafbedevaart naar ‘Haulx’ later afkoopbaar tegen de prijs van ‘een roede cauchie’ ofwel van duizend bakstenen (brikes)Ga naar voetnoot(8). Voor de overleden kanunnik Bernemicourt onderneemt een kapelaan van de Kortrijkse kollegiaalkerk in 1547, op kosten van het sterfhuis, een reeks bedevaarten; een ervan leidt hem naar ‘Nostre Dame de hault à Bruxelle’. (Biekorf 1962, 294). Louis de le Cambre van Moeskroen wordt in 1600 door de feodale rechtbank veroordeeld o.m. ‘d'aller en pelerinage a notre dame de haulx’Ga naar voetnoot(9).
Om nog op het ‘boodschappen’ met de rijve terug te keren: hertog Karel de Stoute, die meermalen Halle bezocht, had aan de kerk van Halle bij oorkonde van 1469 een voorrecht voor het kwesteren toegekendGa naar voetnoot(10). De latere prinsen uit het Bourgondische en Habsburgse huis zijn, zoals bekend, Halle blijven begunstigen. a.v. |
|