Woumenaar in Moline USA
In verband met Biekorf 1967, 119-120 over de Osagen en priester Beauprez van Woumen.
Tijdens de eerste grote trek van Vlamingen naar Amerika, tussen de jaren 1880-1890, verscheen voor de eerste maal een Woumenaar te Moline. Het was Louis Sonneville, die te Moline een vooraanstaande rol speelde. Hij was lid (trustee) van de Kerkfabriek van de parochiekerk van het H. Hart aldaar en een der eerste leden-geldschieters bij het bouwen van de kerk (1906) met pastoor J.B. Ceulemans van Hever-bij-Leuven, Edward Corijn van Lotenhulle, A.C. Van der Vennet van Hansbeke en Frans C. Stijvaert de ijsfabrikant. Louis Sonneville was eigenaar van een groot warenhuis van meubels en huisgerief (1921) en zijn dochter Edna Sonneville was piano-lerares.
Dank zij de Woumenaar Louis Sonneville en de andere ‘vier groten’ konden vele ingeweken Vlamingen te Moline van schamele arbeiders tot eerste-rangburgers gedijen. Ook mede dank zij de offergeest van Edward Andries van Wingene, de consul van België die in dit ambt Edward Corijn opvolgde en later als consul werd opgevolgd door Ralph De Poorter, kleinzoon van landbouwers van Poeke (het dorp van priester Henri van Doorne), die hun bakermat ontvluchtten na het afbranden van hun hoeve. Ze zijn bloedverwanten met wijlen Dr de Poorter, geneesheer en merkwaardige vogelkenner, met wie ik menigmaal aan tafel zat bij de vinkeniers te Rumbeke.
- Over die uitwijkelingen zie: Biekorf 1956, 200-204, en onze studie in dl. XXII (1955) van Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze.
g.p. baert