Dagboek van een vroedvrouw uit Wulveringem
1780
Dokter J. Fr. Maeyaert uit Veurne bezit een vrij interessant autograaf van een vroedvrouw uit Wulveringem, Joanna Theresia Benaut. Van 1773 af tot ongeveer 1780 schreef deze geletterde vrouw in een soort dagboek interessante notities neer. De meeste van deze korte aantekeningen staan in verband met haar beroep. Zo geeft zij een lijst, met datum en uur, van de kinderen die zij ter wereld hielp brengen. Zij schrijft talrijke remedies op, en verzamelt vlijtig enkele voorschriften ‘om salve te maecken’. Maar tussenin noteert zij ook de namen van de vrouwen die voor haar breiwerk hebben verricht, en geeft zij zelfs de tekst weer van een ‘Nieuw Liedeken’, en van een lang ‘Treurdicht ofte Rouwklacht’, waarvan zij vermoedelijk de schrijfster is.
In deze elegie weeft Joanna Benaut bekende voorbeelden, zowel uit de Klassieke Oudheid, als uit de Heilige Schrift. De overledene, wie zij dit klaaglied wijdt, heet Gulielmus Carolus Benaut, koster en onderwijzer van Wulveringem. De man (haar vader of oom?) stierf in oktober 1773, enkele maanden nadat Joanna gehuwd was met Antonius Hovaere.
Het handschrift meet 10 × 15 cm, is op papier geschreven, en telt 40 folio's. Met het autograaf werd een gedrukt werkje ingebonden van Robertus Benedictus Maes, dat de titel draagt: ‘Tractaet vande Voortkomste ende Generatie des Mensch’. Robertus Maes was ‘Licentiaet inde Medecyne, de selve oeffenende inde Stadt Brugghe’. Hij heeft nog andere werkjes op zijn naam, o.a. een ‘Dispuyt tusschen de oude en de nieuwe schryvers over het ghebruyck van het ader-laten’ (Brugge, 1695), en een devotieboekje: ‘De groote eere ende lof toegeeygent aen de H. Maget Maria, geseyt O.L. Vrouwe van den Thuyn.’ (Brugge, s.d.). - Over hem handelde Prof. Dr. Elaut in Biekorf 1967, 25-37.
Uit het autograaf van Joanna Benaut volgen nu enkele excerpten.