een kruisje op elke wrat, ga daarna naar een plaats waar ge nog nooit te voren geweest zijt en begraaf er het stukje vet; van zodra het gerot is, zult ge van uw wratten verlost zijn.
(Geh. te Reningelst, 1954).
Achter deze volksremedie schuilen verscheidene merkwaar dige folkloristische verschijnselen.
Daar is vooreerst de ziekteoverdracht: door met het stukje vet een kruisje te maken op de wratten, raakt men de kwaal aan en gaat het kwaad van de wratten over op het varkensvet.
Ten tweede moet het vet begraven worden op een plaats waar men nog nooit tevoren gekomen is, dus waar men voor de eerste maal komt. Dergelijke oorden zijn, zoals achteraf zal blijken, volksgeliefd, omdat ze voorrechten verstrekken.
Ten slotte valt in deze remedie nog de symbolische denkwijze waar te nemen volgens dewelke het volk een verband ziet tussen het voorwerp waarop de ziekte overgedragen is (het stukje vet) en de persoon die door de ziekte aangetast is (de wrattenlijder). Door de kwaal te verbannen, door ze toe te vertrouwen aan de verterende aarde, bevrijdt men tevens diegene die ermee geplaagd zat.
Wratten heeft men trouwens altijd willen genezen langs dood, lijk en begraving om. In zijn ‘Folkloristisch Woordenboek’ ('s Gravenhage, 1949) stipt Kornelis ter Laan hiervan tal van voorbeelden aan (blz. 477-78, s.v. wratten en eksterogen).
Nog op een andere manier meent de volksmens zich van de wratten te kunnen ontlasten, nl. door een geldstuk dat de kwaal heeft aangeraakt in het wijwatervat te gooien van een kerk die hij voor de eerste maal bezoekt. Wie de West Vlaamse kerken langs de zuidelijke grenszone binnentreedt, vindt er vaak geldstukken in het wijwatervat Dit gebruik, dat typisch Frans is, zal ongetwijfeld onder Franse invloed in onze grensstreek zijn doorgedrongen. Vele van die munten zijn trouwens Franse, en de Fransman die door wratten aangevreten is, zal niet nalaten, telkens hij de grens overschrijdt, een door hem nog onbezochte kerk aan te doen en er een muntstuk in het wijwatervat te leggen.
Zoals boven gezegd, verleent dit eerste bezoek een voorrecht, in casu dit van de wratten kwijt te spelen. Hoeveel mensen zijn er niet die, hoewel geen wrattenlijders, bij een eerste bezoek aan een kerk een wens uiten, met de vaste overtuiging dat hij zal worden ingewilligd.