Biekorf. Jaargang 55
(1954)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
Toponymica uit de kuststreek
| |
[pagina 158]
| |
kunnen wij niets meer daarover zeggen zolang de oude topografie van Lissewege niet grondiger bestudeerd is. Eerst of laatst gebeurt dit wel en dan zullen wij er wel achterkomen welke ‘gaanweg’, rijweg, verbindingsweg hier juist bedoeld wordt. Is het element lis met deze betekenis een alleenstaander of zijn er nog andere toponiemen waarin het om zakelijke en fonetische redenen beter past dan lis = lisch? Wij hopen ook hier het probleem van dit lastig toponiem voldoende scherp gesteld te hebben.
Wenduine. Dit toponiem blijft een lastig geval. De oudste vormen gaan terug tot Wendune en Weindune (13e e.), met deze laatste waarschijnlijk als de oudste. Beide schrijfwijzen blijven door elkaar lopen. In de 16e en 17e, is het overwegend Weindune. Op de volksmond luidt het nooit anders dan Windune (korte, scherpe i). Voor het eerste element werden verscheidene hypothesen vooropgesteld: 1. Claerhout: Keltisch vindo-duno = witte berg. Moet met de meeste beslistheid verworpen worden omdat er na de overspoelingen van de kustvlakte daar sedert eeuwen geen keltische elementen meer konden aanwezig zijn.Ga naar voetnoot(1) 2. Mansion, Bestanddelen 174, denkt aan winnen (uitbaten, bebouwen): bebouwde duinen. Fonetisch onmogelijk en zakelijk zeer onwaarschijnlijk. 3. Carnoy, Dict. 2, 743, schrijft: La forme Weinduinen qui se représente plusieurs fois au xiie siècle fait, toutefois, songer à un rapport (tout au moins d'étymologie populaire) avec weide, prairie. Ce serait alors: dunes herbeuses’. Het is zeer twijfelachtig of dit Weindune kan verklaren. Het verklaart in geen geval het Windune van de volksmond. 4. Wijzelf hebben gedacht aan de persoonsnaam Wein, Iwein, en Weindune ontleed als Weinindune.Ga naar voetnoot(2) Daartegen pleit wel dat vormen als Weinindune en Weinendune in authentieke stukken nooit voorkomen, hetgeen toch wel te verwachten zou zijn. Eerlijk bekend, deze dorpsnaam blijft duister en wacht nog op de snuggerheid van een taalvorser en streekkenner om ontraadseld te worden. Zwankendamme. Het is jammer dat er van deze oude heerlijkheid op Lissewege geen oudere vormen dan die uit de 15e e, | |
[pagina 159]
| |
overgeleverd zijn: Swankendamme, Zwankendamme, en zelfs Zwankindamme. Carnoy vermeldt als oudste vorm: ‘1429. Swenkendamme, de Fl.’ Hij heeft slecht gelezen: deze vorm heeft nooit bestaan. Hij verklaart: digue oscillante. Dus: zwakke dijk. Maar in de taal van 't kustland betekent zwank: veerkrachtig, sterk. Dus liever: sterke dijk! Dan voegt Carnoy eraan toe: ‘Les noms de famille prouvent qu'il existait aussi des lieux dits: Zwanke, Zwankaart, terre branlante.’ Het zijn de familienamen Zwanckaert, Zwanke, Zwancx, Zwankere, door De Flou geciteerd. Het is toch niet toegelaten zo maar zonder meer deze familienamen voor toponiemen te verslijten, waar het voor de hand ligt ze af te leiden van zwank. Voor Zwankendamme kan er ook gedacht worden aan Zwanekindamme, afgeleid van een persoonsnaam. Welke dam of dijk in dit toponiem bedoeld wordt, weten wij nog niet. J. De Langhe |
|