Achter de vroegmesse kwamen d'Onze Lieve Vrouwemeesters kijken en Tilleman of Pol Bellegem ging met d'offerande op de kerkestichele gaan staan aan 't lijkhekken. En de beeste wierd verkocht per opbod en de opbrengst was voor den offerblok van O.L. Vrouwe.
't Gebeurde meer of een keer dat grote boeren het kalvetje beloofden als de veerze goed kalfde. En de Onze Lieve Vrouwemeesters riepen dan af dat er bij zo 'n boer een kalvetje was. Als het een schoon kalf was zou de eigenaar soms wel 't laatste gebod op hem pakken en hij betaalde dan de koopsomme aan de Onze Lieve Vrouwemeesters.
Maar Nathalie van Ko's, die doodarm was, zat daar al niet mee in. Ze was ingetrouwd, woonde in de koeistal en haar vint was versmoord in een droge ree, - een strekgrachtje tussen 't land - en zijn handen zaten vul gars om er uit te klauwen, uit de morre. En 't vrouwmens verzuchtte: ‘Och, Ons Here zal d'er wel eentwat mee doen!’ En als heur moere bakkig was, wierd ze gestaakt aan een lange touwe in de bilk achter de scheure, omdat de hazebukken er zouden naar toekomen. Dat waren dan gelijk verwilderde jongen, niet teer, en ze kweekten veel beter of een tem keun.
Den 1en Zondag achter Sinksen, op Heistkermesse, gingen we gaan dienen naar St-Antonius, naar Heist voor de zwijns, en we gingen te voete en heel de weg al lezen.
In 't putje van de winter, den 17 van Nieuwjaarmaand, op Sint-Antonius oftewel den Zaterdag d'r achter, op Toontjes Zaterdag, deden we de viggenommegang in Onze Lieve Vrouwekerke te Brugge. En 't stond daar geschreven op een koper kadertje onder 't beeld van St-Antonius:
‘Zijn uw dieren in gevaar
Maar d'r was daar volk, mens! je kost op de koppen lopen. Je moet weten die viggenommegang was een koppeldag voor boeredochters en boerezeuns.
En achter den ommegang kochten we daar Sint-An-