gem verschenen 24 getuigen. De beide beklaagden werden op de pijnbank gelegd en gefolterd door de scherprechter ‘Maistre Mathis du Mondt’, die daartoe uit Gent ontboden was. Dezelfde beul werd door de Kortrijkse schepenbank weldra gelast met de uitvoering van het vonnis: Michiel Toussain werd aan de galg opgeknoopt; Stevin van Hassele werd met roeden gegeseld en voor 50 jaar uit het land gebannen.
Ook vrouwen uit deze bende hadden zich aan diefstal op ‘povres gens’ plichtig gemaakt. Te Bellegem werden twee zulke modellen ingerekend; zij droegen geen andere naam dan ‘Barbe’ en ‘Caterinne’, en noemden zich ‘femmes egyptiennes’ van een zekere ‘capitaine Glaude’, die echter in de handen van de souverein-baljuw gevallen was en aan het strop terechtgekomen.
Deze twee giptenessen werden een hele tijd gevangen gehouden en langdurig ondervraagd in verband met het proces Toussain. Zij waren opgesloten in de ‘Canesiepoorte’ (Kanunnikpoort) en werden daar voorzien van eten en drinken door de schamele portierster die de Poort bewoonde. Baljuw en schepenen hebben de twee vrouwen met een zekere zachtheid behandeld blijkbaar om de tongen los te maken. Barbe en Caterinne werden ten slotte uit Vlaanderen verbannen op straffe van hangen.
- Volgens de rekening van baljuw Jean de la Vichte, lopend van 1 Maart 1553 tot 24 Mei 1555. Algemeen Rijksarchief Brussel, Baljuwrekening n. 13823, f. 11.
A.V.