Biekorf. Jaargang 55
(1954)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
[Nummer 3]Kaarten van de oude heerlijkheid van SijseleVóór het jaar 1636 bestonden er zeker twee kaarten van de heerlijkheid van Sijsele, veelal genoemd ‘het Sijseelsche’, dat zich toen reeds eeuwen rond de stad Brugge uitstrekte. Deze kaarten worden in de resolutieboeken vermeld als volgt: 1. Een grote kaart of ‘schilderie der heerlichede ende prochie van Sysseele, Male, Vive, met de stede van Brugghe ende andere aboutten.... ten huyse van de Edele heere Baron van Male’. 2. Nog een ‘seker cleene caerte.... hanghende in dese wetcamere’ - van de heerlijkheid te Brugge op de Burg gelegen. Het is heel natuurlijk dat de baron van Male, die tevens heer van Sijsele was, een grote kaart van deze heerlijkheid in bezit had. Daar hij ook heer van Vijve was, is het gemakkelijk te verklaren waarom, naast de baronie van Male. ook de aanpalende heerlijkheid van Vijve (Vijvekapelle) op de kaart van het ‘Sijseelsche’ getekend werd. Ten anderen de beide laatste heerlijkheden vormden een aaneengesloten geheel in het oostelijk gedeelte van de parochie Sint-Kruis, dat verder aan de parochie van Sijsele paalt. | |
[pagina 58]
| |
Jan Lopez Gallo, die door aankoop heer van Male en van Sijsele geworden was, liet in 't jaar 1560 een nieuwe beschrijving maken van ‘de buuten lemyten vander heerlickhede van Sysseele conforme van een quaerte op de cleene voet’. Deze eerste baron van Male, bezorgd om met luister zijn nieuw aangeworven heerlijkheden te besturen, bezat dus reeds een kaart. Zijn kleinzoon, baron Louis Lopez Gallo, stemde erin toe dat, bij akkoord 8 Juni 1636 van de wethouders van Sijsele, meester Jan Ryckx een kopie zou maken van de grote kaart die hij bezat. Uit de volgende resolutie van 8 October blijkt hoezeer de Sijseelse magistraat op deze kaart gesteld was. ‘Gheresolveert dat dheeren Bailliu, Burghmeester van schepenen, Burghmeester van de Commuyne, Voorschepen ende Pensionaris zullen gaen thuerlieder beste gheleghenheyt ten huyse van meester Jan Ryckx, schilder, ende aldaer doen stellen in de caerte deser heerlichede, wordende van nieus geschildert ende ghecopieert, de namen van alle de wethouders deser heerlichede, inde behoorlicke vorme ende naer meeste bequamicheyt van de plaetse dat doenelick wert.’ De kaart werd 17 December op het ‘collegie’ geleverd en de schilder ontving de vastgestelde som van 45 gulden vlaams; zijn jonge zoon, die medegeholpen had, kreeg een drinkgeld van 3 gulden.Ga naar voetnoot(1) Er volgde een nieuwe bestelling: volgens overeenkomst zou Jan Ryckx twee kopieën maken van de kleine kaart die in de wetkamer hing. Bij de levering 11 Februari 1637 ontving hij 20 gulden en zijn zoon 3 schellingen 4 groten.Ga naar voetnoot(2)
Ter gelegenheid van het openen van een verduisterde straat, op de zuidgrens van St-Kruis gelegen, - ‘de oude Sijsseelestraat’ - werd er in 1748 nog verwezen naar de kleine kaart die toen in 't bezit was van de heer van Sijsele: - ‘Naer examinatie | |
[pagina 59]
| |
vanden legher hier vooren vermeldt wierdt geresolveert t'examineren de caerte deser heerelyckheydt bij cleene mate gemaeckt berustende onder den heere.......’Ga naar voetnoot(1) Pieter Gilliodts, gezworen landmeter, was echter in t bezit van de oorspronkelijke ‘legher’ of beschrijving van de palen van de heerlijkheid. De wethouders deden al het mogelijke om een kopie te hebben en besloten ‘t' employeren in alle voorvallende occasie van landtmaete den persoon van Sieur Pieter Gilliodts, gesworen landtmeter s' landts vanden Vryen, behoudens hij aenden collegie overlevere copie autenticque vanden voorschreven legher vande paelen deser heerelyckhede.’ In 1763 werd Pieter Gilliodts schepen van Sijsele en kort daarop werd hij tot burgemeester ‘vanden commune’ aangesteld. 't Jaar nadien trad hij zelfs op als ‘curateur ende vooght van m'her Emanuel Marie de Sucre, marquis de Preux au Bois, heere deser heerlijckhede.’ Gilliodts was dus een vooraanstaand man te Sijsele geworden. Vermoedelijk zijn de oude kaarten van 't Sijseelse, die in 't bezit waren van de geleerde Brugse archivaris Louis Gilliodts-van Severen (1827-1915), dezelfde als de bovenvernoemde kaarten door meester Jan Ryckx geschilderd. Thans zijn deze kaarten eigendom van J. Costenobel, erfgenaam van Gilliodts-van Severen. M. Cafmeyer | |
Bijlagen1. Akkoord met schilder Jan Ryckx betreffende een kopie van de grote kaart. - 18 Juni 1636.‘Ick onderschreven kenne anghenomen thebben van de heeren magistraat van sysseele copie vande caerte der heerlichede ende prochie van sysseele, male, Vive, met de stede van brugghe ende andere aboutten, ende voorts allesints ghelyck de schilderie van alle de zelve ten huyse vande Edele heere Baron van Male is hanghende, ende dit | |
[pagina 60]
| |
upde zelve grootte, midtsghaders upde zelve mate ende volghende oock den passer. Voorts te leveren een platte lyste als swart gheconterfeyt ebbenhoudt, ende goet nieu lynwaet, met de respective colueren van goede ende clare verwe, de wapens vergult, de namen vande Magistraet gheschreven, dit voor de somme van vyfvenveertich ghuldens vlaems, ende de zelve ghedaen zijnde sullen de heeren tselve moghen doen besien oft ick in coleuren, goetheyt van verwe of teghen de vorme ofte maniere van tselve patroon iet hebbe vercort, my daerop stellende ter discretie in faulte zynde. Date alsboven ende is onderteeckent, Jan Ryckx’. | |
2. Akkoord met dezelfde betreffende twee kopieën van de kleine kaart. - 10 Januari 1637.‘Gheresolveert te maecken twee copyen van seker cleene caerte up maete, naer het model by de wet ghelicht up recepisse van dheer Jacques Michiels, ende die te doen schilderen met de respective colueren vande groote caerte deser heerlichede ende abouterende heerlicheden ende limiten, hanghende in deze wetcamere, ende dat up grof doeck met molueren in elckanderen sluytende, danof deene copie sal blyven in camere ende dandere sal ghebesicht worden by den collegie in het reysen ende andere difficulteyten raeckende de limiten. Daertoe gheauthoriseert zyn dheeren Bailliu, Burghmeester van schepenen ende pensionaris, omme dies te accorderen met meester Jan Rycx schilder, ten minste pryse doenlick zynde. - Rijksarchief Brugge. Sijsele, resolutieb. nr. 2, f. 14; 37. |
|