Mengelmaren
Vlaamse Ambachtslieden in Engeland.
Een pas verschenen studie van Mr. Thomas Wyatt (Aliens in England before the Huguenots - in: Proceedings of the Hugenot Society of London. Vol. 19, 1954, No. 1) vestigt eens te meer de aandacht op de vroegere emigratie van Vlaamse ambachtslieden naar Engeland. Nog altijd missen we een overzichtelijke studie over dat onderwerp.
Het oproer van de Londense leergezellen op de Kwade Meidag (Evil May Day) 1517 was, volgens Wyatt, een demonstratie tegen de vreemdelingen. Uit twee van elkaar onafhankelijke schattingen blijkt dat er alsdan 15.000 Vlamingen in Engeland gevestigd waren. Een cijfer dat in de tegenwoordige demografische verhoudingen op ca. 70.000 zou komen te staan. Sommige ambachten, o.m. de mandenmakerij, waren geheel in de handen der Vlamingen. Hollanders waren in groten getale in de goudsmederij werkzaam.
De assimilatie van de ingewekenen is in Engeland zeer snel gebeurd daar een kind in Engeland uit vreemdelingen geboren de jure Engels was.
De opstand van 1517 was niet zo boos als de beruchte Vlamingen-moord van 1381, waarop Chaucer zinspeelt in zijn Canterbury Tales (Vertelling van de Nonnenpriester, 4583-86). De dichter noemt er ‘Jakke Straw’ als aanvoerder van de overval in een passus die de herrie rond de vlucht van Reinaart met Kantekleer beschrijft (vert. A.J. Barnouw):
Zo schriklijk was 't lawaai, ah parmafoy!
Ja, Jakke Straw en heel zijn gorlegooi
Die hebben nimmer half zo schril gegild
Wen de een of andre Vlaming moest gevild
Als op dien dag 't rumoer om dezen vos.
In die sombere dagen van de ‘Boerenopstand’ 1381 verloren 150 à 160 Vlamingen het leven, meest ambachtslieden