stad kende en haar kunstpatrimonium, vooral dit van de kerk met smaak en ijver verzamelde en bewaarde (zie ‘Westvlaanderen’ 11, 207-209), niet vroeger de vrucht van zijn zoe ken en zanten gepubliceerd had. Het nieuwe parochieblad biedt nu die gelegenheid. Ofschoon de bijdragen eerder kort zijn (I kolom wekelijks), munten ze uit door klaarheid en eenvoud. De geschiedenis van de stad zelf, van de kerk en het vroegere klooster kreeg natuurlijk een ruim aandeel, maar ook het volksleven, de openbare inrichtingen en de economische toestanden werden niet vergeten. Zo kwamen er reeds bijdragen over de lakennijverheid te Lo. de volksgezondheid, het gerecht, het onderwijs, stadhuis en hallen, de schuttersgilden, de rederijkersgilden. De stad Lo, die onlangs nog in het interstedelijk tornooi voor de arrondissementen Veurne en Diksmuide de eerste prijs behaalde op de prijsvraag: ‘een schets nopens de evolutie van de gemeente in de laatste 50 jaar’, toont aan vele grote steden de mogelijkheid om de lokale geschiedenis aan ware en gezonde volksopleiding te laten meewerken.
J.G.