Biekorf. Jaargang 54
(1953)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdToponymica uit de Kuststreek.
| |
[pagina 146]
| |
in dit geval. Echte peper-toponiemen zijn het, die ontleend zijn aan de peperschuld te Lapscheure: landen belast met een tienderecht van peper. Een andere mogelijkheid om pepernamen te verklaren biedt een plant, de waterpeper, die langs de waterkanten groeit en vroeger in de geneeskunde een rol speelde (zie b.v. Dodoens). Dit kruid heeft een zeer scherpe, brandende, peperachtige smaak. Eens te meer blijkt het dat elk toponiem locaal moet onderzocht worden. De taalkundige uitleg kan zo prachtig mogelijk zijn, maar blijft in de lucht hangen zolang hij niet aan de plaatselijke feiten getoetst is.
Beukemare. Dit is een oeroude hofstede in het 39e begin der watering van Eiensluis te Lissewege. Zij dateert uit de tijd der eerste inpolderingen na de grote overstromingen van de 10e en de 11e eeuw. Het kan ook een terphoeve zijn van vóór de inpoldering. De verklaring van deze naam stoot op grote moeilijkheden. CarnoyGa naar voetnoot(1) schrijft zonder dralen: ‘étang aux hêtres’. Getoetst aan de locale omstandigheden is deze verklaring onaanvaardbaar. Beuken bestonden er niet in de schorren of in de pas ingedijkte polder. Wij hebben bij de verklaring gedacht aan een suggestie van De Flou volgens dewelke een mare een hoop zandig land zou zijn, dat nooit overstromen kan.Ga naar voetnoot(2) Indien dit juist is, kunnen wij toch niet geloven dat daar beuken zouden gestaan hebben. Er is ook een taalkundige reden: in de streek heeft men nooit beuk maar altijd boek gezegd. Het zou dan boekemare moeten zijn. Een analoog geval biedt de naam Beukevliet, een waterloop te Meetkerke, Houttave en Nieuwmunster (bueckevliet in de 16e eeuw). Voor de verklaring van Beukemare en Beukevliet moet dus zeer waarschijnlijk op een andere beuk-stam beroep gedaan worden. Wij wagen ons nochtans niet aan voorbarige veronderstellingen. Wij hebben wel eens gedacht aan een persoonsnaam, doch dit is ook niet te verantwoorden.
Bloedlozendijk. Deze naam is niet ouder dan een 300 jaar. De dijk zelf, waarvan de oorspronkelijke naam Oostdyck is, is de voortzetting van de Kalveketedijk en behoort dus tot het oudste dijkenstelsel op de linkeroever van het Zwin. De naam herinnert aan de familienaam de Bloeloose. | |
[pagina 147]
| |
Brabantsche Panne. De Brabantsche Panne was een uitgestrekt, laag duingebied in de duinen van Knokke ten N. van de Gravejansdijk. OpdedrinckGa naar voetnoot(1) verklaart de naam uit dezelfde grondwoorden als voor Brabant. Dit is te ver gezocht. De naam is geen 200 jaar oud. Hij werd waarschijnlijk in de 18e eeuw ontleend aan de familienaam De Brabandere.
Koolschaarde. Wij hebben hier vroeger reeds (Biek. 1935, 253) die Koolschaarde, een kreek te Knokke, vermeld. Ziehier wat wij sedertdien met zekerheid daarover vernomen hebben van wijlen P. Schaut, landbouwer op de Oosthoek. ‘De sparrebosch van Knokke is nog niet oud. Veertig jaar geledenGa naar voetnoot(2) waren het daar al blote duinen met halm en kruiphout en blekkers.Ga naar voetnoot(3) Er was daar een van de hoogste duinen die Blekkaart geheten wierd. Van op zijn top kon de gehele omtrek overzien worden. Als de mensen van den Oosthoek 's zondags van de kerke kwamen, klommen ze op dien duine om in de verte naar de zee te kijken. Er lagen toen bijkans geen duinen tussen de plekke waar nu 't Hotel du Zoute staat en de Hollandse grens. De zee kwam toen zeer dikwijls tot tegen den Zoutedijk langs geulen die schaarden geheten werden Eens strandde er daar een schip met kolen geladen en sedertdien noemden de mensen die schaarde de Koolschaarde.’ Dit schip was de Engelse schoener die op 30 November van 't jaar 1833 te Knokke strandde. Een vraagje: Welke taalkundige zou aan steenkolen gedacht hebben bij de verklaring van koolschaarde...? Noteren wij ook de groote taalkundige waarde van het woord schaarde. Het is thans uitgestorven op onze kust. Ik heb het in mijn jeugd door de oude mensen van de Oosthoek en 't Hazegras nog weten gebruiken.
Vossenhul. De naam van deze hoge duinhil te Duinberg had niets met vossen te maken. Hij was eenvoudig ontleend aan de familienaam De Vos. Het was een van de hoogste duinen van de streek. Nu gedeeltelijk afgevoerd. Ook de naam is vergeten. J. De Langhe |
|