| |
Het Sint-Trudoklooster te Brugge
1550-1600
De Zusters Augustinessen van het aloude Odenghem (Steenbrugge) verlieten hun klooster in Augustus 1566, uit vrees voor de beeldenstormers; er bleven alleen een zestal lekezusters ter plaatse om de boerderij in gang te houden. De geprofeste gemeente nam de wijk intra muros en vond daar steun en bijstand o.m. van de Brugse poorter Claude Vermandel. De abdis Johanna van de Plas kocht weldra (29 Oct. 1566) het Hof van Sint Baafs op de Garenmarkt. In April 1567 keerde heel de gemeente terug naar Steenbrugge. De vrede scheen teruggekeerd en in 1571 werden drie novicen geprofest, waaronder een dochter van Gillis Wyts, de bekende Brugse rechtsgeleerde. In 1572 volgde een nieuwe paniek en tijdelijke uitwijking naar de Refuge op de Garenmarkt. En eindelijk kwam het bewind der XVIII Mannen. Al het kerkgoed werd aangeslagen. De zusters kregen een pensioen en vestigden zich 1578
| |
| |
in het Hof van Sint-Baafs. Daar zetten zij in stilte het kloosterleven voort onder de geestelijke leiding van monniken uit de Sint-Andriesabdij. Tijdelijk werden zij bediend door pastoor Moens; in Juli 1583 werd Pieter Verbeke, alias Vander Beke, prior van Sint Andries, hun biechtvader en mislezer. In datzelfde jaar 1583 werd hun de wereldlijke kledij opgelegd. In Mei 1584 kwam de overgave aan Farnese en de vrede. Naar het ondertussen verwoeste Odenghem zou het ‘cloos- tere van Sint-Trudon’, zoals de akten het noemen, niet meer terugkeren.Ga naar voetnoot(1)
Enkele maanden later, in Juli 1584, overleed de abdis van de Plas.Ga naar voetnoot(2) In haar laatste levensdagen had zij het bezoek ontvangen van meester Jacob vander Eecke (Eeckius), aartsdiaken van het bisdom Brugge. Toen deze haar vroeg wie zij de bekwaamste achtte om haar op te volgen, had zij geantwoord: ‘Mijn kapelanes’: dat was met name ‘Jonckvrauwe Johanna de Santegadea’. Na haar overlijden belastte Eeckius de prieuse, Godelieve Ercke, met de administratie van het klooster; de oudere zusters drongen zeer bij hem aan om de bovengenoemde kapelanes naast de prieuse te zien aanstellen.
De gebruikelijke informatie voor de verkiezing van een nieuwe abdis had plaats in het Hof van Sint-Baafs op 28 Aug. 1584. De koninklijke commissarissen waren, naast bisschop Driutius, de abt van den Eekhoute (Mattheus de Longespee) en Ferdinand Veranneman, raadsheer bij de Grote Raad te Mechelen.
Naast de geprofeste zusters, waarvan de lijst hier volgt, verschenen op dat verhoor: de prior van Sint-Andries, Pieter Vander Beke, alsdan 43 jaar oud en sedert 13 maand biechtvader in het klooster; en Fran- | |
| |
chois Everboult, f. Jacob. 52 jaar, poorter van Brugge en sedert 1566 ontvanger van St. Trudo.Ga naar voetnoot(1)
| |
Geprofeste Zusters van Sint-Trudo. 1584.
N.B. De zusters dragen hun wereldlijke naam voorafgegaan door ‘Jonckvrauwe’. De getallen na de naam zeggen: 1. de leeftijd; 2. het aantal jaren professie in het klooster. Bij drie namen ontbreekt dat laatste getal. Novicen, lekezusters en oblaten nemen geen deel aan de informatie.
1. | Godelieve Ercke, fa Pieters, 66; prieuse sedert 19 jaar. |
2. | Cateline Voets, fa Antheunis, heere van Vormzele; 68-50. |
3. | Anna Cordiers, fa Heindrick; 69. |
4. | Marie Cordiers, fa Anselmus; 62-46. |
5. | Cateline Betencourt, fa Jans; uit Brugge; 65-46. |
6. | Agnes Brossault, fa Pieters; 60-44. Is ‘vestiareghe’ en was kapelanes van de abdis vóór Johanna de Santegadea. |
7. | Marie Martins, fa Jans; 60-45. |
8. | Anna van Huerne, fa Philips; 58-42. |
9. | Catherine Broukers, fa Jans; 60-41. |
10. | Johanna Broukers, fa Jans; 59-41. |
11. | Jossine Pays, fa Alonso; 58-41. |
12. | Jaecquemyne Castelains, fa Jacob; 57-39. |
13. | Marguerite de Cerf, fa Jans; uit Brugge; 50-37. Is ‘fermerie-vrauwe... last hebbende vande ziecken te bewaeren.’ |
14. | Anna de Santegadea, fa Alonse; 52-36. Zij is ‘van de twaelfve vanden Raedt vander abdesse’. Johanna en Isabeau de Santegadea die volgen, zijn haar zusters. |
15. | Adriane de Boodt, fa Jacob; 52-36. Zij was in het klooster getreden in 1548, onder het bestuur van haar tante, abdis Kateryne vanden Heede. Haar vader en moeder (Johanna vanden Heede) fondeerden in 1561 in St. Trudo een uitstelling van het Allerheiligste onder de mis van St. Augustinusdag. |
16. | Johanna de Santegadea, f. Alonse; 50-35. Zij was sedert 19 jaar de kapelanes van de overleden abdis. |
17. | Marie Bybau, fa Adriaens; 54-34. |
18. | Adriane de Vos, fa Mer Jans; uit Gent; 47-31. |
19. | Marie Orroir, 78. |
| |
| |
20. | Isabeau de Santegadea, fa Alonse; 48-33. |
21. | Jacquemine de Spinose, fa Laureins; 48-31. |
22. | Anna van den Ryne, fa Jans; 45-28. |
23. | Agnes de Spinose, fa Laureins; 42-25. Zij is ‘kellewaereghe ofte spinerghe.’ |
24. | Isabeau Deffontaines, fa Jan, heere van Perron; 33-17. Deze zal in 1600 abdis worden; zij heet ook ‘de Fonteyne’ in de Vlaamse kroniek. |
25. | Claire Erke, fa Pieters; 32-13. |
26. | Catherine Wyts, fa Mre Gilles; 32-13. |
27. | Leonore Vereecke, fa Michiel; 31-13. |
28. | Barbele Wyts, fa Mre Jans; 31-9. |
Deze lijst geeft een kijk o.m. op de recrutering in St. Trudo-Odenghem in het midden der 16e eeuw. Dochtertjes werden zeer vroeg in het klooster geplaatst. Op 28 zijn 25 zusters volledig gedateerd: op deze 25 zijn er 10 geprofest in hun 15e en 16e jaar; 12 in hun 17e tot 19e jaar; de drie overige zijn geprofest in hun 13e, 20e en 22e jaar. Sommige namen als de Boodt, Wyts, van den Ryne, de Vos, wijzen naar het Brugse ambtspatriciaat; zo ook Agnes Brossault, alias Broucsault, een dochter van Pierre de Chantraines.Ga naar voetnoot(1) Voor verscheidene ligt een twijfel over hun wettigheid van geboorte. De namen Santegadea, Paiz en Despinosa behoren tot de natie van Castilië te Brugge. Alonso de Santegadea, die in 1548-50 achtereen drie dochtertjes van 14 jaar als novice liet kleden in Sint-Trudo, was in 1525 consul van de Spaanse natie,Ga naar voetnoot(2) wolhandelaar en reder; hij was een neef van Pedro de Salamanca.
Naar zijn dochter Johanna ging, op de informatie van 1584, de meerderheid van de stemmen van de zusters. De commissarissen noemden haar, in hun
| |
| |
voorstel tot benoeming, zeer bekwaam ‘in het temporeel’. En zij was van Spaansen bloede; dat was, in die jaren van de herovering, geen kleine troef. Johanna de Santegadea werd dan ook 19 Maart 1585 door koning Philips als abdis benoemd; zij werd een maand later gewijd.Ga naar voetnoot(1) En de zusters verwachtten dat machtige Spaanse vrienden van de drie Santegadea's hun ‘abdie van Sint-Truwen’ er zouden bovenop helpen. Men bleef wachten, jarenlang, op het beloofde goud uit Madrid. De schone beloften liepen echter op niets uit.
Abdis Johanna kocht in December 1588 het vervallen klooster van de Staelysers (Tertiarissen) dat paalde aan het al te enge Hof van Sint-Baafs. Daar zou men later het nieuwe (in 1798 afgebroken) Sint Trudo bouwen. De akte van verkoping door de ‘prior en de broeders van het Sint-Maartensklooster (Staelyserbroeders)’ werd eerst 28 November 1598 goedgekeurd door Broeder Adriaan Bryns, gardiaan van de Franciscanen te Kortrijk, handelende uit naam van de provinciaal Mattheus Huot.Ga naar voetnoot(2)
Abdis Johanna de Santegadea overleed in het klooster van de Staelyserplaats in Juli 1600. Er waren alsdan weinig jonge zusters; het convent was ‘soo onsterck’ dat de zusters het lijk van de overleden abdis niet konden dragen.
De nieuwe abdis, Isabelle de Fonteine, geboren in 1551, was in 1567, pas na de beeldenstorm, door haar vader, ‘seigneur du Perron’, in Sint-Trudo geplaatst. Zij werd 19 November 1600 plechtig gewijd door bisschop Matthias LambrechtGa naar voetnoot(3) en zou 36 jaar lang het klooster besturen.
A. Viaene
| |
| |
| |
Bijlage.
Wijding van de abdis van Sint-Trudo.
19 November 1600.
De wijding van abdis Isabelle de Fonteine door bisschop Matthias Lambrecht wordt in de notariële akte als volgt bechreven:
De bisschop celebreerde een pontificale hoogmis in de kloosterkerk, bijgestaan door de aartsdiaken Jan-Baptist Baten en Pieter de Decker ‘pasteur ende confesseur vanden voorschreven convente.’ Gekomen zijnde aan het Alleluia werd de ‘ghecoren ende gheconfirmeerde abdesse’ door de prieuse Margareta de Cerf en de subprieuse Anna de Santegadea tot voor de bisschop gebracht, die de brieven van benoeming liet voorlezen. Daarop volgde de geloofsbelijdenis en de eedaflegging. De bisschop heeft de abdis daarna ‘eerst in de handen ghegheven den regel van S. Augustijn, mitsgaders ooc de crootse ende inde rechter hant eenen gouden rijnck, ende op haer hooft gheleyt een swarte wyle by ons ghewijt, int ghuene voorseyt es observerende de ceremoniën daertoe dienende ende ghewoonelick gheobserveert-’
Bij de offerande verliet de abdis haar plaats links van het altaar en ging knielen voor de bisschop en offerde ‘twee torssen, twee broen ende twee kannen wyns.’
Na de mis werd de abdis in het koorgestoelte geïnstalleerd. Onder het zingen van het Te Deum ‘syn vrau prieuse ende alle d'ander vanden convente, ghewielde, conversinen ende donaten met eere, reverentie ende ootmoedicheit commen doen belofte van obedientie ende ghehoorsaemheit ande voorseyde abdesse sittende in haer gestoelte, dewelcke sy mindelick met een teecken van liefde bysonder ontfaen heeft...’ - Brugge. Staatsarchief, Bl. nr 5884.
|
-
voetnoot(1)
- V. Vande Velde in ‘St. Benedictus Bode’ 5, 1932, 135; 146: 162.
-
voetnoot(2)
- Johanna van de Plas, alias Johanna Plas, werd abdis van Sint-Trudo benoemd bij brieven van Keizer Karel gedateerd: Brussel 24 October 1555. Zie f. 218 in volgend dossier.
-
voetnoot(1)
- Algemeen Rijksarchief Brussel. Fonds: Papiers d'Etat et de l'Audience, nr 911, f. 211-218.
-
voetnoot(1)
- J. Gailliard. Bruges et le Franc I 427; II 248, 363, 404, 416. (Brugge 1858).
-
voetnoot(2)
- Gilliodts van Severen, Cartulaire de l'ancien Consulat d'Espagne à Bruges: passim o.m. 276, 295, 445, (Brugge 1901-1902). - Alonso de Santegadea was reeds te Brugge gevestigd in 1519, zoals blijkt uit de studie van J. Maréchal, Le départ de Bruges des marchands étrangers in Handelingen Soc. d'Emulation 88, 1951, 45-46. Hij overleed aldaar vóór 1568.
-
voetnoot(1)
- Brief van benoeming: Staatsarchief Brugge, Bl. nr 6090.
-
voetnoot(3)
- Bij brief van 23 Oct. 1600 stellen de Aarsthertogen zuster Jsabella de Fonteine voor als nieuwe abdis. Brief van de bisschop van Brugge met verslag en goedkeuring van de verkiezing. 8 Nov. 1600. Staatsarchief Brugge. Bl. nrs 5897 en 5885. Notariële akte van haar wijding, zie: Bijlage.
|