Van Buersmuelene tot Bosmolens
Wie zich uit Izegem naar Sint-Eloois-Winkel begeeft, doorkruist de wijk genaamd ‘Bosmolens’, die kerkelijk sedert 1942 een zelfstandige parochie geworden is en die een eigen ommegang heeft, ontstaan naar aanleiding van een scherminkeling. Niet één inwoner zal men op deze wijk aantreffen die, betreffende de oorsprong van deze plaatsnaam, niet onmiddellijk zal denken aan ‘molens aan de rand van een Bos’ De herberg ‘In de nieuwe Bosmolens’ had dan ook op het uitsteekberd een tafereel met bos en molens geschilderd. En in deze herberg en andere op de wijk zal men, ook nu nog, maatschappijen aantreffen die alle aan het zogezegd voormalig bos herinneren. Zo b. v ‘De Bosvinken’ (vinkeniers), ‘De Bosjassers’ (kaartersclub), ‘de Bos honden’ (hondenclub), en vroeger de ‘Bosbolders.’
De waarheid over die plaatsnaam is echter heel anders. Vroeger strekte zich op het kerngebied van deze wijk een achterleen uit van de heer van Izegem, en dit leen droeg de naam ‘ter buerse’. In het denombrement van 1501 over de goederen van Jan van Stavele wordt dit leen vermeld.
Toen door de heer van Izegem op dit grondgebied een molen werd opgericht, kreeg deze begrijpelijkerwijze de naam van ‘Buers-meulene’. Zo vinden wij reeds in het jaar 1571 in de registers van het heffen van de twintigste penning: ‘Roygier vander hamme pacht jeghens myn heere van Yseghem den buersmuelene met een huuskin voor 150 lb’. Deze ‘Coorenwintmuelene’ was bij uitstek de ‘Beursmuelene’ en nooit komt deze benaming in de oudste geschriften in het meervoud voor, ofschoon in 1571 in de nabijheid van deze molen een tweede molen, een ‘Oliwintmuelen’ stond.
Nauwelijks twee eeuwen later, n.l. in 1746, wanneer door landmeter François Debal het landboek en de kaart van Izegem worden opgemaakt, is de herinnering aan de vroegere plaatsnaam vergeten, want nu wordt de molen, die nog steeds prinse-goed is, benaamd onder n. 1364: ‘eenen cooren wint meulen ende meulen huys ghenaemt den boschmeulene.’ De vroegere oliewindmolen was dan reeds verdwenen, maar in de herinnering der bewoners leefde nog het beeld van twee molens dicht bij elkaar, en derhalve zegden ze dan ook ‘molens’, in het meervoud.