Enkele van de geopperde bezwaren houden geen steek. Ten eerste, er zit wel sleet op de plank, zoals men kan uitmaken bij een aandachtig beschouwen van de platen uit het boek van Dr Verbruggen, alhoewel de oorspronkelijke foto's wat geretoucheerd werden voor het clicheren.
Er werd ook opgeworpen dat de kist misschien het werk zou zijn van de Brugse beeldhouwer Hinderyckx.
Ik vroeg het advies van een befaamde Brugse oudheidkenner. Na grondig nazien van de platen met een sterk vergrootglas, besloot hij: 1o dat het geen werk is van Hinderyckx, deze had een andere ‘steek’; 2o dat het beeldhouwwerk aangebracht werd op de plank vóóraleer de spleten ontstaan zijn in het hout; 3o dat de spleten wijzen op een ouderdom van ten minste tweehonderd jaar.
Het is slechts in de laatste 75 jaren dat de kennis van de archeologie zóver gevorderd is, dat wij heel precies de wapens, de uniformen, enz. kennen uit vroegere eeuwen. Indien de kist meer dan tweehonderd jaar oud is, kan het beeldhouwwerk slechts rond 1302 zijn uitgevoerd. In de latere eeuwen beschikte men slechts over onvoldoende archeologische kennissen om de historische taferelen uit 1302 tot in de minste bijzonderheden getrouw samen te stellen, zoals dit op de kist het geval is.
Ten andere, in 1914 behoorde deze kist reeds een zestigtal jaren aan een Engelse landbouwersfamilie.
Ik vroeg nog het advies van een bekwaam kenner van oude wapens. Hij is ook van oordeel dat de kist dagtekent uit 1302, omdat de erop afgebeelde wapens een trouwe weergave zijn van deze uit het begin van de XIVe eeuw. Om meer zekerheid te hebben had hij nog het advies ingewonnen van een oude befaamde Parijse wapenverzamelaar, die de kist als echt aanziet. Hij liet o.m. opmerken dat de korte gekromde zwaarden Vlaamse wapens zijn, namelijk ‘bazelaren’, Fra. badelaire.
Om de authenticiteit van de Kist van Oxford te betwijfelen, zouden meer slaande argumenten moeten aangebracht worden dan eenvoudige veronderstellingen.
Jos. De Smet