is, maar wèl een grondig herziene en vernieuwde voorstelling van de militaire feiten op Groeninghe. Na de Pruisische generaal Köhler (1886) is de schrijver Dr J.F. Verbruggen, Repitor aan de Koninklijke Militaire School, de eerste beroepsmilitair (baron de Maere buiten beschouwing gelaten) die de geschiedenis van de veldslag volledig behandelt. De schrijver heeft de ‘militaire blik’ op het verloop van zaken. Dat blijkt onmiddellijk b.v. uit het viertal bladzijden (171-75) gewijd aan het ‘strategisch probleem’ n.l. waarom en hoe de concentratie van al de strijdkrachten te Kortriik en niet elders; ook in deze bladzijden gaat Schr. vergelijkend te werk: uit de geschiedenis van de veldtochten van 1297, 1300, 1328 en 1382 laat hij verrassend lichtvallen op deze van 1302. Hier schittert in het klein de methode die heel het werk draagt en de lezer aanhoudend veel intellectuele voldoening geeft. De vernieuwing begroet men vooral in de studie van de Vlaamse effectieven, de opstelling en tactiek van de legers, in de ‘militaire’ ontleding van de kist van Oxford waarvan de heerlijke reproducties het keurig uitgegeven boek op een betoverende wijze sieren.
De reconstructie van het terrein, van spel en acteurs is zo behoedzaam, zo bestendig berekend en naar zulk een omvattende critische methode doorgevoerd dat men hier een werk erkent dat, naast de bronnenverzameling van Fris, nu onbetwist aan het hoofd staat van de literatuur over deze beroemde episode uit Vlaanderens vrijheidsoorlog.
A.V.
- Dr J.F. Verbruggefi. De Slag der Gulden Sporen. Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1952. In-8, 326 bl. Geïllustreerd met reproducties naar oude kaarten en dokumenten. Prijs: ingenaaid 135 fr., gebonden 175 fr.