De naam Joos: Keltisch of Germaans?
De naam Joos - sedert de 16e eeuw ook Joost - komt van het frans Joce, Josse uit Judocus. Zie Biekorf 1939, 81. De naam Jodocus, Judocus wordt algemeen gehouden voor een bretoense naam, dus van keltische oorsprong. Daarnaast is er een theorie die Josse terugvoert tot een germaanse naamvorm Gauso.
Dr Jan Lindemans heeft dat probleem in 1943 (Verslagen mkv Academie, p. 791-894) opnieuw onderzocht en kwam tot de volgende voorstelling:
Joce behoort tot een reeks oude franse naamvormingen: Joce, Josse, Jocelin, Jocet, Joceaume, Jocerand, die, nevens lat. Jodocus, steeds beschouwd worden als familiare vormen van dezelfde naam en wel van een Goda-formatie. Het prototype moet Gaudo of Godso zijn, een familiare vorm op -so van een Goda-naam, waarschijnlijk van Godafrid. Ndl. Joos werd overgenomen uit de fr. naam Josse, Joce die een normale romanisering is van Godso. Judocus of Jodocus is waarschijnlijk een andere vleivorm van dezelfde naam, ditmaal met het diminutiefsuffix -oc, dat echter van keltische oorsprong is, maar over geheel West-Europa gebruikt werd.
Het Oxford Dictionary of Christian Names van E.G. Withycombe leidde in zijn eerste uitgave (1945) de engelse namen Joyce (oudere vormen: Josse, Josey, Goce) en Jocelyn beide af van het oudgerm. Gautelen, Gauzelen (uit Gauta, stam van de volksnaam Goth). In de tweede herwerkte uitgave (Oxford 1949) wordt de germaanse oorsprong van Jocelyn gehandhaafd, Joyce daarentegen wordt ditmaal behandeld als een keltische naam: de vormen Josse, Goce, lat. Jodocus, Joceus, zoals ndl. Joos, zijn ontstaan uit de naam van de bretoense heilige Jodoc, de eremijt van Saint Josse-sur-Mer.
Na het betoog van Dr Lindemans zou men niet licht meer de scheiding Jocelyn Joce aanvaarden. Veel pleit voor de germaanse oorsprong van Joos. De zwenking van het Oxford Dictionary - dat zeker niet keltisch vooringenomen is - maant echter tot voorbehoud. Ook Albert Dauzat, in zijn pas verschenen Dictionnaire Etymologique des noms de familie et prénoms de France, behoudt de scheiding tussen Josse en Josselin: Josse beschouwt hij als een populaire vorm van de bretoense heilige Judocus (met Longnon veronderstelt hij een gelatiniseerde vorm Judocius); Josselin e.a. zouden uit germ. Gauz (met suffix) afgeleid zijn. De bovengestelde vraag blijft dus nog steeds open.
V.