De heer Th. Walckiers, ijker te Antwerpen, was zoo beleefd ze op ons verzoek met de meeste zorg te peilen. Welnu, het eerste [Brugse] houdt 0,5360 liter in, terwijl het andere [Wijnegemse] enkel een inhoud van 0,4992 liter heeft. Hieruit mag blijken dat de ijkers toen ter tijd, bij het nazien van dergelijke maten, er soms wat lichtjes over gingen. De glazen zelf zijn binnen op weinig na 104 mm hoog, maar de diameter van het eerste is 78 mm en van het tweede enkel 76 mm.
De nagel, die door en door het glas geslagen is, bestaat uit een rond platgeslagen stukje lood, van ongeveer 5 mm diameter, waarop de letter R met een cijfer 2 daaronder geprent staat. Dwars door het midden van het loodje is, langs buiten in het glas, een kleine platliggende streep voor het eerste pintglas op 16 mm en voor het tweede op 19 mm van den bovenrand getrokken. Wat betekende dat streepje? Moest het pintglas tot aan dat streepje ofwel tot boven toe gevuld worden? Gailliard vernam uit goede bron en van verschillende kanten dat het streepje niet meer in aanmerking kwam: het glas moest tot den boord vol getapt worden. De pin, nagel of loodje had dus in de laatste tijden een andere bestemming gekregen en diende nog enkel als ijk.- Vroeger daarentegen was de ‘pinne’ de nagel waarmede men, krachtens de keure, de maten ‘juuste’: dat wordt reeds beschreven in het Cuerboek van Nieuwpoort uit de 15e eeuw waar het luidt ‘dat elc wijntavernier of tavernieriche dat hare vierendeelen moeten siin ghepinnet, ende de pinne so staen dat sij alf drinke inder stede mate ende waert so dat de pinnen te neder stonde jof hare mate te clene, dat ware up de boete van 3 pond.’
De verplichting de maten te doen ijken werd door de wet van 1 October 1855 afgeschaft. Het gevolg was dat de pintglazen steeds van grootte verminderden en dat weldra, met de opkomst van allerlei duurdere biersoorten, de ‘anarchie’ van het bierglas alhier is ontstaan. De niet meer geijkte cylindrische pint heeft zich nog het langst in landelijke herbergen en kleinere estaminets gehandhaafd die de ‘Grote Pinte’ op hun uithangbord of op hun ruiten schilderden.
Men weet dat in de wijnstreken o.m. in Rijnland, Oostenrijk en Zwitserland, de glazen karaffen als Zweier en Dreier, en ook sommige bekers nog heden een ‘blind’ streepje als maatteken dragen.
E.N.